Verslaving Alcohol: Hoezo probleem?
Invloed op lichaam en geest Na het nuttigen van een drankje wordt de alcohol via de maag en de darmwand opgenomen in het bloed. De snelheid waarmee dat gebeurt, hangt sterk af van de aanwezigheid van voedsel in de maag. Simpel gezegd: ‘nuchter’ kun je snel ‘onder invloed’ raken! Denk nu niet meteen dat als je eerst flink eet, je daarna minder last hebt van drank. Dat is maar ten dele waar. Het alcoholgehalte in het bloed stijgt ongetwijfeld langzamer, maar het uiteindelijke alcoholniveau is na enige uren vrijwel gelijk. Alcohol wordt ook sneller opgenomen als de drank koolzuur bevat (champagne!). Het grootste deel van de opgenomen alcohol wordt in de lever via het giftige aceetaldehyde in azijnzuur omgezet en daarna verbrand tot water en koolzuur. De rest wordt met de urine, via de huid of de uitademing afgevoerd. Een gezonde volwassene kan per uur 10 milliliter pure alcohol afbreken. Omgerekend komt dat neer op ongeveer één glas bier (van circa 200 ml), één glas wijn (van circa 100 ml) of één borrelglas jenever (van circa 30 ml). Wat je vrijwel meteen voelt na het drinken van een goed glas, is een duidelijk waarneembare werking in het hoofd, hetgeen wijst op beïnvloeding van het ‘centrale zenuwstelsel’. De stemming verandert, je wordt wat ‘losser’ en je praat wat meer. Emoties als vrolijkheid maar ook droefheid en ontstemming worden makkelijker geuit. De bewegingen worden soepeler, maar soms ook onbesuisder. Uiteraard zijn deze verschijnselen bij matig alcoholgebruik nog niet echt storend. Toch is in onderzoek duidelijk aangetoond dat zelfs zeer matig alcoholgebruik leidt tot slechter rijgedrag. Behalve deze ‘centrale’ werking heeft alcohol nog veel meer effecten. De ademhaling wordt versneld en door de bloedvatverwijding in de huid krijgt men het warm, ook al is de omgevingstemperatuur laag. Door afscheiding van speeksel en maagsap wordt de eetlust opgewekt, terwijl de urineproductie in de nieren door alcohol flink wordt verhoogd. Ook op seksueel gebied heeft alcohol z’n invloed. Shakespeare drukte het in 1606 al als volgt uit: ‘het versterkt het verlangen, maar het vermindert de uitvoering...’ Dronkenschap De genoemde effecten zijn vooral duidelijk bij dronkenschap, dus als er in korte tijd veel drank wordt genuttigd. Eigenlijk is er dan sprake van alcoholvergiftiging. Proefondervindelijk – bijvoorbeeld bij blaas- en bloedproeven tijdens verkeerscontroles – is gebleken dat bij een alcoholgehalte in het bloed van 1,0 promille (8 tot 10 glazen bier) de helft van de ‘proefpersonen’ vergiftigd (dronken) is. Een van de eerste symptomen is een sterk verminderd beoordelingsvermogen (automobilisten!), naast een gevoel van welbehagen (euforie) waardoor men wil dóórdrinken. Bij sommigen kan echter een sterk gevoel van onbehagen ontstaan, wat zich vaak uit in agressie en woedeaanvallen. In een later stadium kunnen ook de bewegingen en de spraak sterk worden gestoord. Er ontstaat misselijkheid en slaperigheid. Wordt nog meer alcohol gebruikt, dan is bewusteloosheid niet uitgesloten en zelfs de dood kan het gevolg zijn. Chronisch drankmisbruik Natuurlijk is niet iedereen even gevoelig voor de uitwerking van alcohol. Ieder mens reageert anders op een bepaalde hoeveelheid alcohol in het bloed. Sommige mensen zijn zelfs extreem gevoelig (intolerant) voor alcohol: al na kleine hoeveelheden gaan ze uit hun bol. Bij regelmatig gebruik van flinke hoeveelheden ontstaat bij de meeste mensen echter een zekere gewenning, dat wil zeggen dat op den duur steeds grotere hoeveelheden nodig zijn voor een bepaald effect. Men ‘moet’ dus steeds meer gebruiken om de prettige, ‘weldadige’ werking van alcohol te ondergaan. En dat is eigenlijk het echte gevaar van alcohol. Een enkele keer (te) diep in het glaasje kijken, heeft – afgezien van een behoorlijke kater na afloop – nauwelijks blijvende gevolgen. Gebruikt men echter regelmatig veel drank, dan ligt dat anders. Er komen dan heel andere zaken om de hoek kijken, zoals ernstige, zelfs levensbedreigende orgaanafwijkingen die niet meer herstellen. Het verraderlijke is dat deze afwijkingen sluipend ontstaan: pas na vele jaren intensief drankgebruik komen de eerste klachten. Wanneer spreekt men nu eigenlijk van probleemdrinkers of alcoholisten? Sommigen menen dat je pas alcoholist bent als je méér drinkt dan je eigen dokter. Bij een serieuzere benadering gaat men ervan uit dat er sprake is van alcoholisme als mensen in problemen komen doordat zij meer drinken dan het sociale gebruik van alcohol toelaat. Artsen gebruiken meestal een wat minder vage omschrijving: probleemdrinkers zijn díe drinkers die geestelijke of lichamelijke schade ondervinden van hun drinkgedrag, waardoor hun functioneren in werk en gezin wordt belemmerd.
De eerste lichamelijke verschijnselen van chronisch drankgebruik zijn vaak ontstekingen van de slijmvliezen van keel en maag. Berucht zijn echter vooral ernstige afwijkingen van de lever, die uiteindelijk kunnen leiden tot levercirrose of zelfs leverkanker. Bij levercirrose verschrompelt de lever door structuurveranderingen van het weefsel, waardoor hij kleiner en harder wordt. Dat er een duidelijk verband bestaat tussen alcoholgebruik en leverziekten blijkt uit de sterftecijfers in Frankrijk. In vergelijking met Nederland is het aantal Fransen dat jaarlijks aan leverziekten overlijdt, aanzienlijk hoger. Dat is niet echt verwonderlijk, omdat de totale hoeveelheid alcohol die jaarlijks per hoofd van de bevolking wordt geconsumeerd in Frankrijk ruim tweemaal zo hoog is als in Nederland. Opvallend is dat er een duidelijk verschil is tussen mannen en vrouwen. De veilige marge voor vrouwen ligt op ‘slechts’ 20 gram alcohol per dag. Omgerekend komt dat neer op ruim twee glazen wijn. Voor mannen ligt die veilige marge op 60 gram alcohol per dag, dus zo’n vijf à zes glazen bier. Het blijft echter niet bij leveraandoeningen. Chronisch drankmisbruik kan ook ernstige hartproblemen veroorzaken: in het hart ontstaat een soort vervetting van de spiervezels. Ook het zenuwstelsel blijft niet buiten schot: er komen zenuwontstekingen voor, met veel onaangename symptomen zoals gevoelsstoornissen en zelfs uitvalsverschijnselen. Als een zware alcoholist plotseling stopt met drinken, ontstaan ernstige onthoudingsverschijnselen. De werking van de hersenen kan ernstig verstoord raken, hetgeen zich bijvoorbeeld uit in een delirium tremens (delier duidt op een opwindingstoestand en tremens op trillen), een zeer ernstige toestand met spraak- en coördinatiestoornissen, hallucinaties en hevige angsten. Bij mensen die regelmatig grote hoeveelheden alcohol consumeren, kan zich het syndroom van Korsakov ontwikkelen, waarbij ernstige geheugenstoornissen ontstaan die vrijwel altijd blijvend zijn. Hun geheugen is dan zo slecht geworden dat zij verhalen verzinnen om te verbergen dat zij zich iets niet kunnen herinneren. Niet alleen de drink(st)er zelf, maar ook het nageslacht ondervindt de gevolgen. Behalve meer miskramen en vroeggeboorten bij vrouwen die drinken, zijn ook lichamelijke afwijkingen, groeivertraging en geestelijke afwijkingen bij hun pasgeboren kinderen vastgesteld. En de voordelen van alcohol? Na deze waslijst met alleen maar kommer en kwel, moet erop gewezen worden dat alcoholgebruik ook enkele positieve effecten heeft. De afgelopen jaren is in diverse onderzoeken vastgesteld dat matige drinkers gemiddeld iets langer leven dan geheelonthouders. Het gaat hier om de zogenoemde U-curve: het U-vormige verloop van de sterftekans in relatie met de dagelijkse alcoholconsumptie. In vergelijking met helemaal niet drinken (nul glazen) daalt het sterftecijfer bij de dagelijkse consumptie van enkele glazen, om bij gebruik van meer dan vier glazen alcohol weer te stijgen. Het heeft lang geduurd voordat men het erover eens was, maar nu is duidelijk dat matig alcoholgebruik (twee tot drie glazen per dag) beschermt tegen dodelijke ziekten in het algemeen en tegen een hartinfarct in het bijzonder. Een mogelijke verklaring wordt gezocht in de werking van alcohol op de bloedstolling en de cholesterolhuishouding. Een andere verklaring is - maar dat betreft specifiek de consumptie van rode wijn - dat het gaat om de aanwezigheid van zogenaamde polyfenolen in de rode wijn die afkomstig zijn uit de schil van de druiven tijdens de wijnproductie. Niet alleen zou zijn aangetoond dat deze polyfenolen helpen tegen het ontstaan van hart- en vaatziekten maar ook tegen het ontstaan van diabetes type 2. Bovendien bleken rodewijndrinkers een gevarieerdere en gezondere darmflora in hun buik te hebben in vergelijking met personen die andere alcoholische dranken nuttigen zoals bier, cider en witte wijn, waardoor ze minder vaak overgewicht ontwikkelen. Volgens een artikel uit 2010 in het British Medical Journal, een gerenommeerd medisch vaktijdschrift, is de dagelijkse consumptie van een kleine hoeveelheid alcohol minder schadelijk voor hart en vaten dan af en toe een veel grotere hoeveelheid alcohol. In het hier beschreven onderzoek bleken Franse mannen van middelbare leeftijd die elke dag een glaasje alcohol drinken, een aanzienlijk lager risico op een hartinfarct te hebben dan mannen uit Belfast (Ierland), die één keer per week veel alcohol drinken. Niet iedereen is even blij met deze gegevens. Het zou veel mensen kunnen aanmoedigen om massaal te gaan drinken, zo stelt men. In Nederland zijn er tenslotte minstens 600.000 mensen die meer dan acht glazen per dag drinken. De U-curve gaat na vijf à zes glazen per dag weer als een raket omhoog. Dit alles leidt tot levercirrose en alcoholvergiftiging (in 1999 overleden bijna achthonderd mensen aan de gevolgen van alcoholgebruik, waarvan 59 procent door een alcoholische leverziekte), geweld, ongelukken (meer dan tweehonderd verkeersdoden per jaar door alcohol) en zelfmoord. Therapeutische mogelijkheden Bij chronisch alcoholisme zijn de behandelingsmogelijkheden beperkt. Bij de behandeling worden twee fasen onderscheiden: ontgifting en terugvalpreventie. Bij de ontgifting zijn de belangrijkste doelen het verminderen van de onthoudingsverschijnselen en het voorkomen van de daaruit voortvloeiende complicaties. Ter vermindering van de onthoudingsverschijnselen (zoals delirium tremens) worden langwerkende benzodiazepinen (in het onderdeel 'Angststoornissen' in de sectie 'Hersenen & Zenuwstelsel') gebruikt, bijvoorbeeld chloordiazepoxide (merkloos, Librium®) of diazepam (merkloos). Ook het anti-epilepticum carbamazepine (merkloos, Tegretol®) kan worden gegeven.
Detoxificatie
Terugvalpreventie De laatste jaren zijn ook enkele nieuwe ontwikkelingen op het gebied van alcoholverslaving gaande. Het anti-epilepticum topiramaat (merkloos, Topamax®) en de spierverslapper baclofen (merkloos, Lioresal®) lijken de drang naar alcohol te kunnen verminderen. Beide stoffen versterken net als acamprosaat (Campral®) de werking van de neurotransmitter GABA in de hersenen, waardoor de hunkering naar alcohol vermindert. Of deze middelen voldoende effectief zijn bij de behandeling van ernstige alcoholproblemen zal moeten blijken uit verder klinisch onderzoek. In 2013 werd nalmefeen (Selincro®) geregistreerd. Deze stof is een modulator van het systeem van endorfinen en opiaatreceptoren in de hersenen (zie ook opiaatreceptoren in de 'Inleiding' van de sectie 'Pijn & Pijnbestrijding'). Het grijpt in op het motivatiesysteem in de hersenen (cortico-mesolimbische systeem) dat bij patiënten met alcoholafhankelijkheid ontregeld is. Aangenomen wordt dat nalmefeen de versterkende effecten van alcohol en daarmee de behoefte om alcohol te drinken, vermindert. Het wordt door de fabrikant op de markt gebracht als onderdeel van een nieuwe behandelingsmethode, die doorlopende psychosociale ondersteuning omvat gericht op de reductie van alcoholconsumptie en therapietrouw. Het is bedoeld voor personen met alcoholafhankelijkheid en veel kans op incidenteel drankgebruik, bij wie geen lichamelijke onthoudingsverschijnselen optreden en geen acute detoxificatie vereist is. Nalmefeen is ontwikkeld voor gebruik op 'zo nodig' basis, waarbij op iedere dag dat de patiënt een risico op drinken voorziet, één tablet dient in te nemen, bij voorkeur 1 tot 2 uur voordat men denkt te gaan drinken. Vergelijkend onderzoek met andere middelen ter vermindering van alcoholgebruik en langetermijngegevens over effectiviteit en bijwerkingen ontbreken vooralsnog. De bijwerkingen (slapeloosheid, duizeligheid, hoofdpijn, misselijkheid, verminderde eetlust) zijn meestal mild en voorbijgaand.
Externe links: |