Terug

MEDICIJNEN  op  MAAT

 HomeAlgemeenZiektenMedicijnen

LUCHTWEGEN  &  ADEMHALING

HOEST

INHOUD

 Hoest
   prikkelhoest
  
productieve hoest

 Hoestmiddelen
   hoestverzachters
   slijmvervloeiers

  
hoestremmers


Prikkeling van het slijmvlies van de luchtpijp en van de luchtpijpvertakkingen geeft aanleiding tot hoesten. Hoesten wordt in principe gezien als een verdedigingsreflex tegen binnengedrongen deeltjes die het slijmvlies prikkelen. De bekende rokershoest is daarvan een goed voorbeeld. Daarnaast is hoesten vooral een symptoom van veel aandoeningen van de longen en van de luchtwegen. Hoesten is dus niet een op zichzelf staande ziekte.

Luchtweginfecties en astma of COPD (zie elders in deze sectie 'Luchtwegen & Ademhaling') zijn veelvoorkomende oorzaken van hoest, maar hoest kan ook een bijwerking zijn van sommige geneesmiddelen (bijvoorbeeld ace-remmers; zie ook 'Hoge Bloedruk' of 'Hartziekten' in de sectie 'Bloed & Bloedsomloop'). Soms is hoest het eerste symptoom van longkanker of stoflongen. Ook een longembolie (zie ook ‘Trombose’, in de sectie 'Bloed & Bloedsomloop') kan hoesten veroorzaken, hoewel dat vrij zelden het geval is. Bij kriebelhoest is niet altijd een duidelijke oorzaak te vinden; men denkt vaak aan een virusinfectie, maar dat is niet helemaal zeker. Hoesten is alleen zinvol wanneer het productief is, dat wil zeggen als er slijm meekomt. Samen met het trilhaarmechanisme zorgt het hoesten dan voor het ‘reinigen’ van de longen. Kriebelhoest daarentegen is zinloos en alleen maar irriterend en vermoeiend. Doordat er geen slijm in de luchtwegen aanwezig is, is er ook geen sprake van transport en reiniging.

Het uitgangspunt van de behandeling van hoest is altijd het wegnemen van de oorzaak. Een (bacteriële) infectie van de longen of van de luchtwegen kan dus het best worden behandeld met een antibioticum. Astma of COPD zal met specifieke middelen moeten worden behandeld. Rokershoest gaat alleen over als men stopt met roken. Pas als er geen duidelijke oorzaak is, kan worden overwogen een middel te gebruiken dat alleen tegen de hoest werkt.

Hoestmiddelen

Bij de behandeling van hoest wordt onderscheid gemaakt tussen hoest waarbij slijm wordt opgehoest, de productieve hoest, en hoest die geen slijm oplevert, de niet-productieve hoest, ook wel kriebel- of prikkelhoest genoemd.
Er zijn drie categorieën hoestmiddelen:

  • hoestverzachters (emollientia);

  • slijmvervloeiers (mucolytica);

  • hoestremmers (antitussiva).

Hoestverzachters
Deze worden gebruikt om de geprikkelde slijmvliezen in de mond- en keelholte te verzachten. Ze doen dat door de slijmproductie van de slijmvliezen te verhogen. De hoest zelf wordt dus niet beïnvloed. Het zijn vaak stropen (siropen) – dat wil zeggen oplossingen van minstens 60 procent saccharose (= suiker) – gemengd met een kruidenaftreksel. Voorbeelden zijn Althaea Stroop, Natterman Bronchicum®, Natterman Melrosum®, Tijmstroop, Verzachtende hoeststroop SAN®. Ook drop (succus liquiritiae) is een hoestverzachter. Er is geen enkel bezwaar deze middelen te gebruiken, omdat ze geen bijwerkingen hebben. Overigens kan een extreme dropconsumptie hoge bloeddruk veroorzaken!

Slijmvervloeiers
Deze stoffen zouden de viscositeit (stroperigheid en kleverigheid) van het slijm in de longen verminderen, waardoor het gemakkelijker kan worden opgehoest. Hoewel deze middelen erg veel gebruikt worden, is tot nu toe niet bewezen dat ze echt effectief zijn. De meest gebruikte middelen zijn acetylcysteïne (merkloos, Bisolbruis®, Fluimucil®), broomhexine (merkloos, Bisolvon®), carbocisteïne (Mucodyne®) en myrtol (Gelodurat®). Ze zijn niet zo onschadelijk als de hoestverzachters, want ze kunnen soms maag-darmstoornissen veroorzaken.

Hoestremmers
Deze middelen zijn in feite de enige hoestmiddelen waarvan de werkzaamheid min of meer vaststaat. Codeïne (merkloos, Bronchicum Extra Sterk Natterman®,  Melrosum Extra Sterk Natterman®) is waarschijnlijk het effectiefst. Deze stof is nauw verwant aan de sterke pijnstiller morfine. Net als morfine is codeïne afkomstig uit opium; het behoort dan ook tot de zogenoemde opiaten (zie ook de secties pijnbestrijding en verslaving). De pijnstillende werking van codeïne is veel minder dan die van morfine, maar dat geldt niet voor de hoestdempende werking. De werking is gebaseerd op remming van het hoestcentrum in de hersenen. Er kan sufheid ontstaan en ook misselijkheid en obstipatie kunnen wel eens voorkomen. In tegenstelling tot morfine is de kans op verslaving klein. Andere hoestremmers zijn dextromethorfan (merkloos, Darolan Hoestprikkeldempend®) en noscapine (merkloos, Bisolnex®, Fluitussin®, Natterman Noscasan®, Roter Noscapect®). Noscapine heeft vrijwel geen bijwerkingen.

Zowel codeïne als dextromethorfan en noscapine mogen alleen bij kriebelhoest (niet-productieve hoest) worden gebruikt. Zouden ze ook bij productieve hoest worden ingenomen, dan onderdrukken ze het verdedigingsmechanisme van de luchtwegen om slijm en andere ongerechtigheden te verwijderen, en dat is ongewenst. Bij nachtelijke kriebelhoest gaat de voorkeur naar codeïne. Door de versuffende werking kan men dan ook goed slapen. Voor overdag heeft noscapine uiteraard de voorkeur.
Promethazine Stroop®
wordt nog wel eens gegeven aan kinderen met hardnekkige nachtelijke prikkelhoest. De werking van dit middel is uitsluitend het gevolg van de versuffende werking van promethazine, een antihistaminicum dat ook bij allergische aandoeningen werkzaam is (zie ook hooikoorts in deze sectie 'Luchtwegen & Ademhaling' en de onderdelen jeuk en huidallergieën in de sectie 'Huidaandoeningen'). Het mag beslist niet worden gegeven aan kinderen jonger dan 2 jaar.

Er zijn nog talloze andere hoestmiddelen. Meestal gaat het dan om hoestdranken of hoeststropen waarin allerlei combinaties van stoffen zijn verwerkt die hier al genoemd zijn. Vaak bevatten ze ook stoffen waarvan de werkzaamheid nooit is onderzocht. De meeste middelen zijn vrij (dus zonder recept) verkrijgbaar en zijn over het algemeen onschadelijk.

overzicht hoestmiddelen

stofnaam

merknaam®

 toedieningsvorm: sterkte
Hoestverzachters
saccharose



 

Althaea Stroop
Natterman Bronchicum®
Natterman Melrosum®
Tijmstroop
Verzacht. hoeststr. SAN®

 stroop: 270-820 mg/ml



 
Slijmvervloeiers
acetylcysteïne



broomhexine



carbocisteïne

myrtol

merkloos, Bisolbruis®
Fluimucil®
Hoestbruistablet® 

merkloos
, Bisolvon®



Mucodyne®

Gelodurat®

 bruistablet, poeder en
 tablet: 200 en 600 mg
 
drank: 20 en 40 mg/ml
 
 drank: 0,8 en 1,6 mg/ml
 
druppelvlst.: 2 mg/ml
 tablet: 8 mg

 
 drank: 20 en 50 mg/ml

 capsule: 300 mg
Hoestremmers
codeïne



dextromethorfan


noscapine




promethazine
 

merkloos
Bronchicum Extra Sterk N.®
Melrosum Extra Sterk N.®

merkloos
Daro dextromethorfan®


merkloos
, Bisolnex®
Fluitussin®
Natterman Noscasan®
Roter Noscapect®

merkloos
Promethazine Stroop®

 stroop: 0,39 mg/ml
 tablet: 10, 15 en 20 mg
 

 capsule mga*: 29½ mg
 drank: 1,5 mg/ml
 
 stroop/hoestdrank: 1 mg/ml
 tablet: 15 mg


 
 stroop: 1 mg/ml
 
mga* = met gereguleerde afgifte


Steun 'Medicijnen op Maat':  een  OPROEP !

Externe links:
    https://www.thuisarts.nl (Thuisarts.nl; Nederlands Huisartsen Genootschap)
    https://www.apotheek.nl (Apotheek.nl; KNMP)
    https://www.nhg.org (Nederlands Huisartsen Genootschap)
    https://www.farmacotherapeutischkompas.nl (Farmacotherapeutisch Kompas)
    https://www.ge-bu.nl (Geneesmiddelenbulletin)

Terug