Verre reizen & gezondheid INLEIDING
Hoe ver moet je reizen om risico’s te lopen? Meestal denk je dan alleen aan de tropen. Maar je hoeft echt niet zo ver te reizen om afwijkende omstandigheden tegen te komen die leiden tot bepaalde gezondheidsrisico’s. Dat kan al het geval zijn in Oost-Europese landen. Ook is van belang dat het begrip ‘ver’ verandert. Landen rondom de Middellandse Zee worden tegenwoordig niet meer als verre bestemmingen beschouwd. Daardoor doet zich echter het gevaar voor dat men denkt dat daar nauwelijks bijzondere risico’s te verwachten zijn, en men dus ook geen maatregelen treft om ze te voorkomen. Het lijkt dan ook zinvol om onder ‘verre bestemmingen’ reizen naar gebieden buiten West-Europa te verstaan. Uiteenlopende gezondheidsrisico's Het zal duidelijk zijn dat men nogal uiteenlopende risico’s loopt tijdens de reis naar en het bezoek aan exotische landen. De meeste aandacht krijgen natuurlijk de infecties die men daar kan oplopen. Ze zijn vaak het gevolg van slechte hygiëne bij het bereiden van voedsel of het drinken van besmet water. Daarnaast gaat het nogal eens om ziekten die in Nederland niet of slechts zelden voorkomen. Verder komen ‘seksueel overdraagbare aandoeningen’ (SOA) in de tropen veel vaker voor dan in Nederland. Een geheel ander risico is de kans dat men het slachtoffer wordt van een verkeersongeval, zeker als men zelf aan het wegverkeer gaat deelnemen. De technische eisen waaraan voertuigen moeten voldoen, zijn in veel landen nu eenmaal anders dan wij gewend zijn. Het dragen van veiligheidsgordels in auto’s en het gebruik van een helm op motoren, scooters en bromfietsen zijn beslist niet overal ingevoerd. Een ongewone rijstijl, afwijkende verkeersregels (als die er zijn) en soms erbarmelijk slechte wegen zijn belangrijke oorzaken van verkeersongelukken. Verder zou je kunnen noemen de risico’s die overmatig zonnebaden met zich meebrengt, zoals ernstige verbrandingen of zelfs een zonnesteek. Komend uit laaggelegen gebieden, kunnen reizigers in gebieden boven de 2500 meter getroffen worden door de ‘hoogteziekte’. En wat te denken van onverwachte ontmoetingen met giftige slangen, schorpioenen en spinnen. Ten slotte moeten we niet vergeten dat een exotische reis bij veel vakantiegangers meer stress veroorzaakt dan goed voor hen is, met alle gevolgen van dien. Veelvoorkomende infecties Met welke infectieziekten men te maken kan krijgen, kan per gebied of land sterk verschillen. Uit onderzoek is gebleken dat maar liefst 30 tot 50 procent van de reizigers wordt getroffen door acute diarree. Deze aandoening, die ook wel reizigersdiarree wordt genoemd, kan door verschillende ziekteverwekkers (meestal bacteriën) worden veroorzaakt. Ze zijn bijna altijd afkomstig uit onhygiënisch bereid voedsel of besmet drinkwater. In veel gevallen gaat het om een onschuldige aandoening die na enkele dagen ongemak vanzelf weer overgaat. Via drinkwater en voedsel kan men ook besmet raken met het hepatitis-A-virus dat leverontsteking met geelzucht veroorzaakt. Ook cholera, buiktyfus, amoebendysenterie en polio kunnen op deze wijze worden verspreid. Behalve via het drinkwater en de voeding worden nogal wat ziekten verspreid door muggen en vliegen. De bekendste ziekte is ongetwijfeld malaria. Daarnaast worden ook gele koorts, slaapziekte, dengue (knokkelkoorts), Japanse encefalitis (hersenontsteking), leishmaniasis (een aandoening van de huid of inwendige organen) en filaria-infecties (onder andere rivierblindheid, olifantsbenen) door muggen of vliegen verspreid. Maar ook de mens speelt een rol bij de verspreiding van infectieziekten. Zo kunnen diverse ziekteverwekkende bacteriën bij niezen en hoesten via de speekseldruppeltjes op andere mensen worden overgebracht. Op deze manier kan men difterie en tuberculose (tbc) oplopen, ziekten die in de tropen vrij veel voorkomen. Bacteriële hersenvliesontsteking en longpest, die ook op deze manier worden verspreid, komen gelukkig wat minder vaak voor. Door seksueel contact (onveilig vrijen) met besmette personen kunnen niet alleen gonorroe (druiper), syfilis (harde sjanker) of chlamydia-infecties (onder andere urinebuisontstekingen en onvruchtbaarheid) ontstaan, maar ook hepatitis B en aids. De laatste twee ziekten kunnen ook het gevolg zijn van medische handelingen met geïnfecteerde naalden van injectiespuiten en bloedtransfusies. Mogelijk wordt op deze manier ook het Ebola-virus verspreid. Oppervlaktewater waarin gezwommen wordt, kan besmet zijn met Leptospira-bacteriën, die daar via rattenurine in terecht zijn gekomen. Deze bacterie kan via huidwondjes het lichaam binnendringen en de ziekte van Weil veroorzaken. Bilharzia is een worminfectie die men kan oplopen in besmet, zoet oppervlaktewater, in het bijzonder in grote gebieden van Afrika. Om de lijst van infectieziekten compleet te maken, vermelden we nog hondsdolheid (rabiës) die door de beet van een besmette hond of een ander besmet zoogdier (onder andere apen) kan worden overgebracht. En ten slotte tetanus-infecties, die ontstaan via wonden (bijvoorbeeld na een verkeersongeval) die verontreinigd raken met straatvuil of aarde. Voorzorgsmaatregelen Men kan nogal wat maatregelen nemen die veel ellende kunnen voorkomen. Verreweg de belangrijkste is het in acht nemen van enkele simpele leef- en gedragsregels tijdens de vakantie.
Vaccinaties Of vaccinaties (zie ook het onderdeel immuniteit & vaccinatie in de sectie 'Infectieziekten') verplicht dan wel (sterk) aanbevolen zijn, hangt af van de vakantiebestemming, de verblijfsduur en de reisomstandigheden. Eigenlijk is alleen de vaccinatie tegen gele koorts nog verplicht in een aantal landen (in West- en Centraal-Afrika, Zuid-Amerika, Azië en Oceanië). Dat wil zeggen dat men zonder officieel vaccinatiebewijs het land niet binnenkomt. Het vaccin is zeer effectief en geeft een bescherming gedurende minstens tien jaar. Alle reizigers naar verre landen zouden in ieder geval beschermd moeten zijn tegen difterie, tetanus en polio. Die bescherming wordt geboden met het DTP-vaccin, dat sinds 1957 in het Rijksvaccinatieprogramma (in het onderdeel 'Immuniteit & Vaccinatie' in de sectie 'Infectieziekten') is opgenomen en aan alle Nederlandse kinderen wordt gegeven. Na een volledige basisvaccinatie is het voldoende om elke tien jaar een revaccinatie (bestaande uit één injectie) te geven. Een andere vaccinatie die aan bijna alle tropenreizigers – ongeacht hun bestemming – wordt aanbevolen, is die tegen hepatitis A. De complete vaccinatie bestaat uit een eerste injectie voor vertrek, deze geeft minimaal drie jaar bescherming. De tweede injectie - de zogenaamde booster - wordt bij voorkeur 6-12 maanden na de eerste injectie gegeven. De booster zorgt voor een langdurige bescherming (minimaal 25 jaar) tegen hepatitis A. Vaccinatie tegen buiktyfus is alleen nodig bij reisbestemmingen waar deze ziekte vaak voorkomt, zoals in landen met slechte rioleringssystemen en slechte drinkwatervoorzieningen, bijvoorbeeld in India en Indonesië. De effectiviteit van het vaccin is niet heel erg groot, naar schatting nauwelijks meer dan 50 tot 70 procent gedurende tenminste drie jaar. Tegen hepatitis B en meningitis moet men zich laten vaccineren bij een langdurig verblijf onder primitieve of andere speciale omstandigheden. Vaccinatie tegen tuberculose wordt alleen in bepaalde gevallen aangeraden evenals tegen hondsdolheid en Japanse encefalitis, terwijl vaccinatie tegen cholera niet echt nodig meer is. Overzicht van de tropische infectieziekten
waartegen reizigers die veel in de tropen komen,
zich door vaccinaties kunnen beschermen: Externe links: |