Terug

MEDICIJNEN  op  MAAT

 HomeAlgemeenZiektenMedicijnen

Verre  reizen  &  gezondheid

ZONLICHT,  OVERVERHITTING  &  HOOGTEZIEKTE
 

INHOUD

 Zonlicht  en  medicijnen
   ▪
boosdoeners
   ▪
remedie
 
Medicijnen  en  oververhitting
   diverse medicijnen
 
HOOGTEZIEKTE
   behandeling
     acetazolamide

     dexamethason
   preventie


Zonlicht  en  medicijnen

Het gebruik van bepaalde geneesmiddelen of cosmetica in combinatie met zonlicht kan soms tot huidafwijkingen leiden; men spreekt dan van fotodermatitis. Een dergelijke afwijking uit zich als eczeem (in het onderdeel 'Huidallergie' in de sectie 'Huidaandoeningen') op de huiddelen die aan zonlicht zijn blootgesteld. Soms is de onderliggende oorzaak een vorm van allergie. Het eczeem komt dan alléén voor bij personen die voor de bewuste stof overgevoelig zijn. Deze zogenoemde fotoallergische reacties ontstaan niet alleen als de stoffen lokaal op de huid worden aangebracht, maar ook als ze via de mond of per injectie worden toegediend.

Er bestaat ook een niet-allergische vorm: de zogenoemde fototoxische reactie, die bij veel meer personen kan worden opgewekt als zij blootstaan aan bepaalde hoeveelheden fototoxische stof en licht van een bepaalde golflengte. Beide typen reacties kunnen overigens ook tegelijk optreden.

 

Boosdoeners

Medicijnen die fotodermatitis kunnen veroorzaken, zijn onder meer:

  • Tetracyclinen; dit zijn zogenaamde breedspectrumantibiotica. De kans op fotodermatitis is aanwezig bij doxycycline (merkloos, Doxy Disp®, Efracea®) en tetracycline, en wat minder bij minocycline (merkloos), zie ook tetracyclinen in het onderdeel 'Antibiotica & Ziekteverwekkers' in de sectie 'Infectieziekten'.

  • Sulfonamiden ('sulfa's'). Dit zijn antibacteriële stoffen die nog maar zelden bij bepaalde urineweginfecties worden gebruikt (zie ook sulfonamiden in het onderdeel 'Antibiotica & Ziekteverwekkers' in de sectie 'Infectieziekten'). Het combinatiepreparaat cotrimoxazol (merkloos, Bactrimel®), dat nog steeds regelmatig wordt voorgeschreven, bevat een sulfonamide.

  • Orale antidiabetica, bloedsuikerverlagende stoffen van het sulfonylureum-type, zoals tolbutamide (merkloos) en glibenclamide (merkloos). Deze geneesmiddelen worden nogal eens bij ouderdomsdiabetes gebruikt (zie ook sufonylureumderivaten in het onderdeel 'Diabetes' in de sectie 'Hormonen & Stofwisseling').

  • Plaspillen (diuretica) van het thiazide-type zoals chloortalidon (merkloos), hydrochloorthiazide (merkloos) en indapamide (merkloos), zie ook plaspillen in het onderdeel 'Hoge Bloeddruk' in de sectie 'Bloed & Bloedsomloop'.

  • Antipsychotica van het fenothiazine-type zoals chloorpromazine (merkloos), zie ook antipsychotica in het onderdeel 'Psychotische Stoornissen' in de sectie 'Hersenen & Zenuwstelsel'.

  • Amiodaron (merkloos), een medicijn tegen hartritmestoornissen (zie ook antiarhythmitica in het onderdeel 'Hartziekten' in de sectie 'Bloed & Bloedsomloop'), veroorzaakt bij langdurig gebruik bij maar liefst 50 procent van de patiënten fotodermatitis.

Remedie

Als al eerder dergelijke reacties zijn opgetreden, moeten de geneesmiddelen – zo mogelijk – door andere, gelijkwaardige middelen worden vervangen. Daarnaast moet men blootstelling aan zonlicht vermijden of beperken. In ieder geval moet men een zonnebrandmiddel met een hoge beschermingsfactor gebruiken.

Wat te doen als de huidaandoening al is ontstaan? De behandeling is dezelfde als die bij andere huidontstekingen. Bij niet al te ernstige reacties gebruikt men natte kompressen om de roodheid en zwelling te verminderen. Zo nodig kan de jeuk worden bestreden met een antihistaminicum, bijvoorbeeld met cetirizine (merkloos, Reactine®, Zyrtec®) of loratadine (merkloos, Allerfre®, Claritine®) (zie ook antihistaminica in het onderdeel 'Jeuk' in de sectie 'Huidaandoeningen'). Desondanks zijn ze niet altijd effectief. Een alternatief wordt dan gevormd door een dermatocorticosteroïd, een corticosteroïd dus voor op de huid, bijvoorbeeld triamcinolonacetonide (merkloos, Triamcinolon FNA) als crème.  Zeer ernstige gevallen moeten gedurende enkele dagen met het corticosteroïd  prednison (merkloos, Lodotra®) (zie ook systemische corticosteroïden in het onderdeel 'Corticosteroïden' in de sectie 'Hormonen & Stofwisseling') worden behandeld in een dosering van 30-40 mg per dag.

overzicht  medicatie  bij  fotodermatitis

stofnaam

merknaam®

 toedieningsvorm: sterkte
Antihistaminica
cetirizine


loratadine
 

merkloos, Reactine®
Zyrtec®

merkloos, Allerfre®
Claritine®

 drank: 1 mg/ml
 tablet: 10 mg


 
stroop: 1 mg/ml
 (smelt)tablet: 10 mg
Corticosteroïden
triamcinolonacetonide

merkloos
Triamcinolon FNA

 crème, smeersel,
 zalf: 1 mg/g
prednison

merkloos, Lodotra®

 tablet (mga*): 1, 2 en 5 mg
mga* = met gereguleerde afgifte


Medicijnen  en  oververhitting

De laatste jaren is duidelijk geworden dat nogal wat geneesmiddelen een ongunstige invloed hebben op de warmteregulatie. Om duidelijk te maken hoe dat gebeurt, eerst iets over de warmteregulatie zelf. In grote lijnen is de warmteregulatie te vergelijken met een centrale verwarming. Op veel plaatsen in ons lichaam bevinden zich thermostaten die het centrum van de warmteregulatie in de tussenhersenen (hypothalamus) op de hoogte houden van onze lichaamstemperatuur. Op een signaal dat het lichaam te warm wordt, neemt de bloeddoorstroming in de huid (de radiatoren) toe (de huid wordt rood), waardoor de overtollige warmte gemakkelijk kan worden uitgestraald. Tegelijkertijd wordt ook de activiteit van de zweetklieren vergroot. Door verdamping van het transpiratievocht wordt ook veel warmte aan het lichaam onttrokken. Het contact tussen het warmtecentrum in de hersenen, de diverse thermostaten, de radiatoren (de huid) en de ‘kachel’ (de stofwisseling) verloopt via zenuwbanen en de bloedsomloop. Vooral de zenuwbanen zijn belangrijk; ze verzorgen het contact tussen de tussenhersenen en de zweetklieren. Hierbij speelt de chemische tussenstof (‘neurotransmitter’, boodschapperstof) acetylcholine een belangrijke rol. Wordt de werking van deze tussenstof geblokkeerd – dit noemt men een anticholinerge werking – dan kan er van alles misgaan.

Diverse  medicijnen

Afhankelijk van hun effect op de warmteregulatie kunnen vier soorten geneesmiddelen worden onderscheiden:

  • Medicijnen die de reactie van de tussenhersenen op alarmerende warmteprikkels verminderen. Dat is het geval na gebruik van medicijnen die bij psychosen worden gebruikt, de zogenoemde antipsychotica (in het onderdeel 'Psychotische Stoornissen' in de sectie 'Hersenen & Zenuwstelsel'). Voorbeelden zijn haloperidol (merkloos, Haldol®) en chloorpromazine (merkloos).

  • Medicijnen die de stimulering van de zweetklieren tegengaan. Verschillende groepen geneesmiddelen, die bij uiteenlopende aandoeningen worden gebruikt, kunnen de transpiratie beïnvloeden. Ze hebben met elkaar gemeen dat ze alle een anticholinerge hoofd- of bijwerking hebben. Voorbeelden zijn tricyclische antidepressiva (in het onderdeel 'Depressieve Stoornissen' in de sectie 'Hersenen & Zenuwstelsel') zoals imipramine (merkloos), de zogenaamde blaasspasmolytica (in het onderdeel 'Plasproblemen' in de sectie 'Nieren & Urinewegen') zoals oxybutynine (merkloos, Dridase®, Kentera®) en tolterodine (merkloos, Detrusitol®) die bij een instabiele of overactieve blaas  worden gebruikt.

  • Medicijnen die de stofwisseling stimuleren, waardoor de warmteproductie stijgt. Deze groep wordt gevormd door harddrugs met een oppeppende werking. Voorbeelden zijn cocaïne en amfetamine (zie ook cocaïne, amfetaminen & XTC in de sectie 'Verslaving'). Bij drugsgebruikers zijn deze stoffen erg populair.

  • De laatste groep wordt gevormd door alcohol (in de sectie 'Verslaving') en plaspillen (diuretica, zie het onderdeel 'Hoge Bloeddruk' in de sectie 'Bloed & Bloedsomloop'). Het gebruik van deze stoffen leidt tot verlies van circulerend vocht (uitdroging), waardoor men minder kan transpireren.

Als één van de genoemde stoffen in een hoge dosering wordt gebruikt, moet men zich bij voorkeur niet blootstellen aan hoge temperaturen. Bij twijfel moet altijd de (huis)arts worden geraadpleegd.

 

HOOGTEZIEKTE

Hoogteziekte is een verzamelnaam voor ziekteverschijnselen die ontstaan bij verblijf op grote hoogte; een andere naam is bergziekte. Op grote hoogte is het zuurstofgehalte van de lucht lager. Daardoor daalt de zuurstofconcentratie van bloed en weefsels (hypoxie), wat gepaard kan gaan met hoofdpijn, vermoeidheid, misselijkheid, kortademigheid en algemeen onwelbevinden (een soort katergevoel). De ernst van de verschijnselen hangt af van de hoogte, de snelheid waarmee van laag naar hoog gaat en de inspanningen die men daar levert. In het algemeen treedt hoogteziekte pas op boven de 2500 meter. De gevoeligheid voor hoogteziekte verschilt per individu. Boven de 2500 meter komt het bij 25 % van de mensen voor,  boven de 5000 meter bij meer dan 50%, afhankelijk van o.a. de stijgsnelheid.

De verschijnselen beginnen enkele uren tot een dag na aankomst op grote hoogte. Ze ontstaan vooral bij inspanning. In het begin zijn de symptomen mild en worden vaak niet door de persoon zelf herkend. Bij ernstige hoogteziekte neemt de hoofdpijn toe en treedt de kortademigheid ook in rust op, vooral 's nachts tijdens het slapen. Er ontstaat ernstige vermoeidheid en zwakte. Onbehandeld kan hoogteziekte leiden tot long- en hersenoedeem, met coma en de dood tot mogelijk gevolg.

Behandeling

Bij milde klachten van hoogteziekte mag men niet verder stijgen, maar moet men acclimatiseren op dezelfde hoogte. Tegen de hoofdpijn kan paracetamol (in het onderdeel 'Pijnstillers' in de sectie 'Pijn & Pijnbestrijding') worden gebruikt en tegen de misselijkheid anti-emetica (in het onderdeel 'Maagaandoeningen' in de sectie 'Spijsvertering & Lever'). Men moet afdalen als de verschijnselen niet verminderen.
Bij ernstige klachten van hoogteziekte moet men onmiddellijk afdalen. Als dat niet mogelijk is, zal men zuurstof moeten toedienen indien beschikbaar. Ook dient dan met acetazolamide of dexamethason te worden gestart.

Acetazolamide
Acetazolamide (Diamox®) is een zogenaamde koolzuuranhydraseremmer die gebruikt wordt om symptomen van hoogteziekte te verminderen of te voorkomen. In feite corrigeert acetazolamide het door zuurstofgebrek verstoorde zuur-base evenwicht in het lichaam, waardoor de ademhaling en de urineproductie in de nieren wordt gestimuleerd en longoedeem kan worden voorkomen. Om acute verschijnselen van hoogteziekte te onderdrukken dienen hogere doseringen (tweemaal per dag 250 mg) te worden ingenomen dan bij de preventie (tweemaal per dag 125 mg).De bijwerkingen zijn soms tintelingen in de ledematen (met name in de vingers), sufheid, moeheid, hoofdpijn en maagdarmstoornissen; maar deze vallen in het niet ten opzichte van de verschijnselen van hoogteziekte.

Dexamethason
Dexamethason (Dexamethason Capsules FNA, Oradexon®) is een sterk werkzaam corticosteroïd (in het onderdeel 'Corticosteroïden' in de sectie 'Hormonen & Stofwisseling'). Sterk werkzame corticosteroïden zijn vooral belangrijk bij de onderdrukking van ontstekingen en bij reacties van het afweersysteem. Een ontsteking is eigenlijk een plaatselijke reactie die het gevolg is van een of andere vorm van weefselbeschadiging. Bij hevige hoogteziekte is het zuur-base evenwicht dusdanig verstoord dat hersenoedeem kan optreden dat tot coma en zelfs de dood kan leiden. Mits snel genoeg toegediend is dexamethason (elke 6 uur 4 mg) dan in staat deze levensgevaarlijke situatie af te wenden. Aangezien deze medicatie niet langer dan enkele dagen hoeft te duren, zijn er nauwelijks bijwerkingen te verwachten.

overzicht  medicatie  bij  hoogteziekte

stofnaam

merknaam®

 toedieningsvorm: sterkte
acetazolamide

merkloos, Diamox®

 suspensie: 10 mg/ml
 tablet: 250 mg
dexamethason

 

merkloos
Dexamethason FNA
Oradexon®

 capsule, tablet: 0,5-40 mg
 drank: 1 mg/ml
 injectievloeistof: 4, 5 en 20 mg/ml

Preventie

Hoogteziekte kan meestal voorkomen worden door een aantal simpele voorzorgsmaatregelen te nemen:

  • Een snelle stijging van zeeniveau naar hoogtes boven de 2500 m moet vermeden worden; beter kan men de eerste nacht op 1500-2500 m doorbrengen.

  • Als een plotselinge stijging naar grote hoogte onvermijdelijk is, moet men eerst een aantal dagen acclimatiseren.

  • Beperkte inspanning kan de aanpassing bevorderen. Zware inspanning kan de eerste twee dagen beter vermeden worden.

  • Boven de 2500 m wordt een stijging van maximaal 300 m per dag aangeraden. Meer dan 300 m is verantwoord indien men afdaalt om te gaan slapen. Het is verstandig om telkens twee à drie nachten te acclimatiseren op de bereikte hoogte.

  • Het gebruik van alcohol en slaapmiddelen is af te raden. Door onderdrukking van de ademhaling kunnen dan eerder verschijnselen van hoogteziekte optreden.

  • Een koolhydraatrijk dieet verbetert de zuurstofverzadiging in het bloed, waardoor mogelijk de verschijnselen van hoogteziekte wat minder snel optreden.

  • Een ruime vochtinname is van belang, want door de zware inspanning en de toegenomen inademing van meestal droge en koude lucht is er extra verlies van vocht.

Steun 'Medicijnen op Maat':  een  OPROEP !

Externe links:
    https://www.thuisarts.nl (Thuisarts.nl; Nederlands Huisartsen Genootschap)
    https://www.apotheek.nl (Apotheek.nl; KNMP)
    http://www.lcr.nl (Landelijk Coördinatiecentrum Reizigersadvisering)
    http://www.farmacotherapeutischkompas.nl (Farmacotherapeutisch Kompas)
    http://www.geneesmiddelenbulletin.nl (Geneesmiddelenbulletin)

Terug