SEKS & voortplanting
MEDICIJNEN
tijdens ZWANGERSCHAP & BORSTVOEDING
Het gebruik van geneesmiddelen tijdens de
zwangerschap is vrijwel altijd gericht op het behandelen van ziekten van de
moeder. Alleen in uitzonderlijke gevallen kan door medicijngebruik van de moeder
het ongeboren kind worden behandeld. Veel stoffen, waaronder geneesmiddelen,
bereiken het ongeboren kind via de bloedsomloop van de moeder en de moederkoek
(placenta). Een aantal daarvan heeft een schadelijke invloed op de groei en de
ontwikkeling van het ongeboren kind (tot tien weken na de bevruchting spreekt men van het
embryo, daarna spreekt men van de foetus). Het drama met het slaapmiddel
thalidomide (Softenon®) dat zich in de jaren vijftig en zestig van de
vorige eeuw heeft afgespeeld, is hiervan het meest schrijnende voorbeeld (zie
ook onveilige
medicijnen in het onderdeel 'Bijwerkingen' in de sectie 'Algemeen').
Behalve sommige geneesmiddelen zijn ook andere stoffen berucht, zoals
alcohol, tabaksrook en bepaalde giftige stoffen uit het milieu, zoals
dioxine.
Bij het gebruik van geneesmiddelen tijdens de zwangerschap lag tot voor kort de
nadruk op de effecten die leiden tot structurele afwijkingen (zoals een
open ruggetje bij een kind waarvan de moeder tijdens de zwangerschap een bepaald
medicijn heeft geslikt). Men spreekt dan van teratogene effecten. De
laatste jaren is men ervan overtuigd geraakt dat dergelijke teratogene effecten
slechts een onderdeel zijn van veel meer ongewenste werkingen van
geneesmiddelengebruik tijdens de zwangerschap. Behalve om groeivertraging,
die zich uit in een lager geboortegewicht, gaat het ook om functionele
afwijkingen, zowel lichamelijk als psychisch, die pas op latere
(kinder)leeftijd tot uiting kunnen komen. Daarbij kan men denken aan
vertragingen bij het leren lopen of leren praten, hetgeen weer leidt tot
leesachterstand.
Teratogene medicijnen |
ACE-remmers
aminoglycosiden
anti-epileptica
cytostatica
foliumzuurantagonisten
lithium |
orale anticoagulantia
retinoïden
tetracyclinen
thalidomide (Softenon®)
vitamine A (overdosering)
|
Teratogene effecten zijn slechts bij een betrekkelijk klein aantal
geneesmiddelen onomstotelijk vastgesteld (zie kader). Het onderzoek naar de
schadelijke werking van geneesmiddelen tijdens de zwangerschap is zeer
gecompliceerd. Vanzelfsprekend heeft dergelijk onderzoek bij de mens grote
beperkingen vanwege de risico’s voor het ongeboren kind. Of een geneesmiddel een
schadelijk effect heeft, is van een aantal factoren afhankelijk, zoals de aard
van het geneesmiddel, de dosering, het aanvangstijdstip en de duur van de
behandeling. Wat het tijdstip van blootstelling betreft, zijn er verschillende
mogelijkheden.
-
Als
cytostatica (celdodende middelen die
tegen kanker worden gebruikt; zie ook de sectie 'Kanker') vóór de
bevruchting worden gebruikt, kunnen ze het erfelijk materiaal
beschadigen, waardoor onvruchtbaarheid, spontane abortus of
aangeboren afwijkingen kunnen ontstaan. Ook stoffen als
retinoïden
(van vitamine A afgeleide stoffen die bij bepaalde huidafwijkingen
(acne,
psoriasis)
worden gebruikt; zie ook de sectie 'Huidaandoeningen') zijn teratogeen, zelfs
als ze (lang) voor de bevruchting worden gebruikt.
-
Blootstelling aan een schadelijke stof in de
eerste twee weken na de bevruchting zal meestal een spontane abortus
tot gevolg hebben.
-
In de eerste maand na de bevruchting tot
circa tien weken daarna (embryogenese) kunnen orgaansystemen,
afhankelijk van het stadium van hun ontwikkeling, structureel worden
beschadigd door teratogene stoffen (zie ook kader). Misvormingen of
aangeboren afwijkingen zijn het gevolg.
-
Vanaf de tiende week tot het einde van
de zwangerschap kunnen door het gebruik van geneesmiddelen vooral
functionele beschadigingen ontstaan. Dergelijke beschadigingen zijn vlak na
de geboorte moeilijk te herkennen. Meestal komen ze pas na verloop van tijd
(maanden tot jaren) aan het licht.
-
Vlak vóór de geboorte mogen bepaalde
geneesmiddelen vanwege hun invloed op de bevalling niet worden gebruikt. Dat
geldt bijvoorbeeld voor het migrainemiddel
ergotamine (in het
onderdeel 'Hoofdpijn'
in de sectie 'Hersenen & Zenuwstelsel') dat voortijdige weeën kan
opwekken. Veelgebruikte pijnstillers als
NSAID’s (in
het onderdeel 'Pijnstillers' in
de sectie 'Pijn &
Pijnbestrijding') remmen daarentegen de weeënactiviteit en vertragen de
bevalling.
De pijnstiller
acetylsalicylzuur (beter bekend onder
de merknaam Aspirine®) verhoogt
tijdens de bevalling de bloedingsneiging bij moeder en kind.
Classificatiesysteem
Op basis van de beschikbare gegevens over de effecten die
geneesmiddelen hebben in de vroege en de late stadia van de zwangerschap en op
de bevalling, zijn ze ondergebracht in de categorieën A, B, C of D.
Daarbij heeft men zich gebaseerd op gegevens van onderzoeken bij dieren,
onderzoeken gericht op het werkingsmechanisme van een geneesmiddel, onderzoeken
met grote groepen patiënten en op ervaringen met langdurige toepassing in de
dagelijkse praktijk.
Categorie A. Geneesmiddelen waarvan bij zwangere vrouwen is vastgesteld
dat er geen schadelijke effecten bekend zijn op de zwangerschap en op de
gezondheid van de ongeborene en de pasgeborene. Dit zijn dus veilige middelen,
die in elk stadium van de zwangerschap mogen worden gebruikt.
Categorie B. Deze categorie betreft een groot aantal geneesmiddelen
waarvan onvoldoende gegevens bekend zijn om de veiligheid tijdens de
zwangerschap en de gezondheid van de ongeborene en de pasgeborene vast te
stellen. Het komt er dus op neer dat van deze geneesmiddelen niet bekend is of
ze veilig of onveilig zijn. Men is het erover eens dat deze middelen in ieder
geval nooit in de eerste drie maanden van de zwangerschap mogen worden
voorgeschreven. Alleen bij een zeer dringende medische noodzaak zou een middel
uit deze categorie in de laatste zes maanden van de zwangerschap kunnen worden
gebruikt.
Categorie C. Geneesmiddelen die het risico op aangeboren afwijkingen niet
verhogen, maar waarvan bekend is of vermoed wordt dat ze door hun
farmacologische werking stoornissen in het verloop van de zwangerschap of
tijdens de bevalling kunnen veroorzaken. Daardoor kan alsnog schade bij de
ongeborene of pasgeborene ontstaan. De middelen uit deze categorie mogen dus
niet worden gebruikt in de laatste periode
van de zwangerschap.
Categorie D. Geneesmiddelen waarvan bekend is of vermoed wordt dat ze
tijdens de zwangerschap aangeboren afwijkingen bij de ongeborene of de
pasgeborene veroorzaken. Het gaat dus om medicijnen die teratogeen zijn.
Vanzelfsprekend mogen deze middelen dus in geen enkel stadium van de
zwangerschap worden gebruikt.
Borstvoeding
De onzekerheden over het gebruik van geneesmiddelen tijdens de borstvoeding (dus
vlak na de bevalling) en over de invloed die ze op zuigelingen hebben, zijn
eigenlijk nog groter dan die bij geneesmiddelengebruik tijdens de zwangerschap.
In veel gevallen is er nauwelijks betrouwbare documentatie. Ook hier is een
classificatie in gebruik genomen. De indeling is gebaseerd op de concentratie
van het medicijn in de moedermelk, die na gebruik door de moeder kan worden
aangetoond.
Categorie I. Het medicijn gaat niet over in de moedermelk en is dus
veilig.
Categorie II. Het medicijn gaat over in de moedermelk, maar de
concentraties zijn zo laag dat het middel geen effect op de zuigeling zal
hebben.
Categorie III. Het medicijn gaat over in de moedermelk in zodanige
concentraties dat een effect op de zuigeling mogelijk is.
Categorie IV. Gegevens ontbreken.
Tabel: risico's tijdens zwangerschap
en borstvoeding
In de onderstaande tabel wordt een overzicht gegeven
van de classificatie van de risico’s van een aantal geneesmiddelengroepen
tijdens de zwangerschap en de borstvoeding. Hierbij moet worden opgemerkt dat
men er niet van moet uitgaan dat niet-vermelde geneesmiddelen onschadelijk
zouden zijn. Verre van dat. Zoals hierboven is gezegd, behoort een groot aantal
geneesmiddelen tot categorie B, waarvan er slechts enkele in de tabel zijn
opgenomen. Over deze geneesmiddelen zijn dus onvoldoende gegevens beschikbaar om
de eventuele schadelijkheid te kunnen inschatten. Eigenlijk moeten deze
geneesmiddelen niet tijdens de (eerste drie maanden van de) zwangerschap worden
gebruikt. Als er echt een medicijn nodig is, kan gekozen worden voor een middel
uit categorie A of – afhankelijk van het stadium van de zwangerschap – voor een
middel uit categorie C. Tijdens de borstvoeding worden de categorieën I en II
als veilig beschouwd.
Classificatie van de
risico’s van enkele belangrijke medicijnengroepen tijdens de zwangerschap
(categorieën A tot en met D) en tijdens de borstvoeding (categorieën I tot en met IV)
medicijnengroep |
categorie |
schadelijkheid |
pijnstillers |
opiaten
paracetamol
acetylsalicylzuur
NSAID’s
|
C, II
A, II
C, II
C, II/III
|
ademremming bij pasgeborene
verhoogde bloedingsneiging tijdens bevalling,
niet gebruiken in tweede helft zwangerschap
remming weeënactiviteit/verlengde zwangerschap,
niet gebruiken in tweede helft zwangerschap |
bloed |
ijzerpreparaten
foliumzuur
orale anticoagulantia
heparine
streptokinase |
A, I
A, IV
D, II
A, I
C, IV |
teratogeen, bloedingen, vruchtdood
bloedingen tijdens bevalling |
hart
en
vaten |
digoxine
bètablokkers
plaspillen
ACE-remmers
methyldopa |
A, II
C, II/III
C, III
D, II/III/IV
A, III |
vertraagde hartwerking bij pasgeborene
verstoring mineraalhuishouding
diverse misvormingen en afwijkingen |
centrale zenuwstelsel |
benzodiazepinen
antipsychotica
antidepressiva
lithium
anti-epileptica |
C, II/III
B/C/D,III/IV
B/C, III/IV
D, III
D, II/III |
ontwenningsverschijnselen bij pasgeborene
neurologische stoornissen bij pasgeborene
ontwenningsverschijnselen bij pasgeborene
teratogeen
teratogeen |
cytostatica |
D, III/IV |
abortief en teratogeen |
huid |
retinoïden (oraal/lokaal)
corticosteroïden |
D, III
A/C, II/IV |
teratogeen
groeivertraging van foetus |
infectieziekten |
penicillinen
cefalosporinen
macroliden
aminoglycosiden
sulfonamiden
co-trimoxazol
trimethoprim
nitrofurantoïne
rifampicine
tetracyclinen
antimycotica (lokaal)
metronidazol, oraal
metronidazol, lokaal
malariamiddelen:
• profylactisch
• therapeutisch |
A, II
A/B, II
A/B, II/IV
D, III/IV
C, II/III
C, II
B, II
A, I
C, II
D, II
A, IV
B, II/III
A, II
A, II
B/C/D, II |
aangeboren doofheid
kernicterus (soort geelzucht) bij pasgeborene
kernicterus (soort geelzucht) bij pasgeborene
foliumzuurgebrek
remming vorming stollingsfactor bij foetus
teratogeen: remming skeletgroei, geelbruine
verkleuring gebit op latere leeftijd
afhankelijk van dosering en preparaatkeuze |
hormonen
en
stofwisseling |
corticosteroïden
schildklierhormoon
thyreostatica |
C, II/III
A, II
C, II/III |
groeivertraging van foetus
foetale hypothyreoïdie en struma |
luchtwegen |
cromoglicinezuur
luchtwegverwijders
inhalatiecorticosteroïden
theofylline
hoestmiddelen
niet-sederende
antihistaminica |
A, II
A/B/C, II/IV
A/B, IV
A, II
A, II
B, II/IV |
versnelde hartwerking bij foetus
(bètasympathicomimetica:
oraal én per inhalatie)
afhankelijk van het gekozen preparaat
bijwerkingen bij pasgeborene
|
maag-darmmiddelen |
cyclizine
ondansetron (Zofran®)
metoclopramide
(Primperan®)
maagzuurremmers
antacida
laxeermiddelen
antidiarrhoïca |
A, II/IV
A, III
B, III
B, III/IV
A, I
A, I
B, II |
|
migrainemiddelen |
ergotamine
sumatriptan (Imigran®)
pizotifeen (Sandomigran®) |
C, III
B, III
A, III |
weeënverhogende werking in laatste fase
|
oogmiddelen |
corticosteroïden
tetracyclinen
chlooramfenicol |
C, II/III
D, II
C, III |
zie ‘Hormonen en stofwisseling’
zie ‘Infectieziekten’
‘grey baby syndrome’ |
vitaminen |
vitamine A (hoge dosis)
vitamine D (hoge dosis) |
D, II
D, II/III |
teratogeen
mogelijk teratogeen |
DIGITALE KENNISBANK
Bijwerkingencentrum Lareb beheert een digitale Kennisbank met
informatie over geneesmiddelengebruik tijdens de zwangerschap en borstvoeding.
De Teratologie Informatie Service (TIS) van Lareb is verantwoordelijk voor de
informatie die gebaseerd is op wetenschappelijk onderzoek en permanent
up-to-date wordt gehouden. U vindt de digitale kennisbank op
www.zwangerenmedicijn.nl.

Externe links:
https://www.thuisarts.nl (Thuisarts.nl; Nederlands Huisartsen Genootschap)
https://www.apotheek.nl
(Apotheek.nl; KNMP)
http://www.lareb.nl (Nederlands Bijwerkingen Centrum, Lareb)
http://www.rivm.nl (Landelijke Coördinatie Infectieziektebestrijding, RIVM)
https://www.nhg.org
(Nederlands Huisartsen Genootschap)
http://www.farmacotherapeutischkompas.nl
(Farmacotherapeutisch Kompas)
http://www.geneesmiddelenbulletin.nl (Geneesmiddelenbulletin)
Terug |