VAN KRUID
tot MEDICIJN
INLEIDING
Van kruidenmengsel
tot modern medicijn
Door de stormachtige ontwikkelingen in de geneeskunde wordt wel
eens vergeten dat de geneeskunde zonder medicijnen maar weinig zou betekenen.
Ook vroeger beschouwde men het geneesmiddel al als een van de belangrijkste
werktuigen van de arts. In het oude Egypte werden veel plantaardige middelen
gebruikt, die tegenwoordig nog in de kruidengeneeskunde worden toegepast.
Sennabladeren, jeneverbes, saffraan en niet te vergeten de
papaver, waaruit opium werd bereid, waren toen al gemeengoed. Er
zijn zelfs aanwijzingen dat de Soemeriërs zesduizend jaar geleden al opium
gebruikten als medicijn. Nog steeds is de hieruit verkregen morfine een
van de belangrijkste pijnstillers.Ook de Chinezen gebruikten al tientallen
eeuwen extracten van de rabarberplant als laxeermiddel en gemalen
wilgenbast als pijnstiller. Dit laatste is in feite de voorloper
van Aspirine®.
De definitieve grondslagen van de westerse geneeskunde werden echter gelegd in
de Grieks-Romeinse oudheid, door Hippocrates, de grote Griekse geneesheer
uit de vijfde eeuw vóór Christus. Hij was de eerste die de
toenmalige kennis over geneesmiddelen opschreef. Tot ver in de Middeleeuwen
werden daarna volgens zijn leer en methoden vele zieken behandeld. In de
Renaissance zocht men ook al naar wetenschappelijke verklaringen voor de werking
van geneesmiddelen. Men ontwikkelde zuiveringsmethoden, zoals extractie
en destillatie, om de werkzame bestanddelen uit planten of kruiden te
halen. Zo werd – na de ontdekking van Amerika – kinine uit de kinabast
(uit Peru) geïsoleerd, dat krachtig werkte tegen de door malaria
veroorzaakte koorts.

Spectaculaire ontwikkelingen
in de twintigste eeuw
Waren de geneesmiddelen vroeger dus afkomstig uit planten, in de zeventiende en
achttiende eeuw werden de eerste chemisch bereide verbindingen als geneesmiddel
gebruikt. Voorbeelden hiervan zijn bismutkalk bij maagklachten en
zinkkalk tegen krampen en epilepsie. Ook ontdekte men
nieuwe plantaardige stoffen zoals het – bij iedere tuinliefhebber bekende –
vingerhoedskruid (Digitalis). Dit bleek een krachtig middel bij de
behandeling van hartziekten. Tot op de dag van vandaag is dit middel voor
veel patiënten een uitkomst; zij kennen het onder de naam digoxine (Lanoxin®).
In de negentiende eeuw werd het door de spectaculaire ontwikkeling van de
scheikunde mogelijk stoffen met geneeskrachtige werking te maken zonder
tussenkomst van levende organismen, zoals planten. Uit die tijd stamt een van de
meest gebruikte geneesmiddelen aller tijden: Aspirine® (= acetylsalicylzuur).
Dit middel werd om precies te zijn in 1890 op de markt gebracht door de firma
Bayer. Ook kwamen toen de eerste vaccins en sera beschikbaar ter bestrijding van
ziekten door ziekteverwekkende micro-organismen. Uit organen van dieren
vervaardigde men de eerste hormoonpreparaten.
In de twintigste eeuw werd ons geneesmiddelenarsenaal echter pas echt gigantisch
uitgebreid. Vooral de ontwikkeling van middelen tegen infectieziekten,
zoals de sulfa’s en later de penicillinen, de
aminoglycosiden
en de tetracyclinen, is van groot belang geweest, vooral bij de
bestrijding van gevreesde ziekten als wondroos, syfilis en
tuberculose. Ook slaagde men erin veel krachtiger werkende stoffen te
ontwikkelen uit de oorspronkelijke stof door de bouw van het molecuul te
veranderen. Een aantal van deze stoffen is ‘semisynthetisch’, dat wil
zeggen dat de basisstructuur van de stof door een microorganisme wordt gevormd
en dat het laboratorium er nog wat aan sleutelt om bepaalde eigenschappen te
verbeteren. In tegenstelling tot de kruidengeneeskunde van voorheen, waarin
verschillende werkzame stoffen in wisselende hoeveelheden voorkwamen, kon men nu
stoffen met één specifieke werking maken in een tevoren bepaalde dosering.
Andere
technieken
Tegenwoordig maakt
men ook gebruik van een geheel nieuwe methode: de ontwikkeling van nieuwe
medicijnen uit bacteriën, met behulp van de zogenoemde ‘ recombinant-DNA-technologie’.
De belangrijkste toepassingen hiervan zijn menselijke insuline bij
diabetes (suikerziekte)
en het groeihormoon somatropine bij kinderen met
hormonale groeistoornissen. Deze kinderen konden vroeger alleen worden
behandeld door extractie van het groeihormoon uit hersenaanhangsels van
overleden patiënten. Slechts enkele kinderen konden op deze manier worden
geholpen, maar nu kan vrijwel iedereen die dat nodig heeft met groeihormoon
worden behandeld. Een ander voorbeeld is interferon. Alweer vele jaren
geleden had de toenmalige sjah van Perzië er de helft van zijn vermogen voor
over hiermee zijn ziekte (kanker) te laten behandelen. Op dit moment
wordt interferon in relatief grote hoeveelheden vervaardigd met behulp van
biotechnologie (overigens blijkt nu dat de toepasbaarheid van dit middel slechts
zeer beperkt is). Mede door deze ontwikkelingen zijn er grote successen geboekt
in de geneeskunde: de levensverwachting van een kind bij de geboorte is enorm
toegenomen en de kwaliteit van leven van zieke mensen is sterk verbeterd.
Enige kanttekeningen
Toch is het goed bij deze ontwikkelingen enige kanttekeningen te plaatsen. Veel
kwalen en aandoeningen gaan ook zonder medicijnen over, al of niet met veel
ongemak. Het gebruik van medicijnen kan het ongemak soms aanzienlijk
verminderen, maar heeft niets met de feitelijke genezing te maken. Men spreekt
dan van symptoombestrijding en dat geldt in feite voor bijna alle
geneesmiddelen. Een uitzondering vormen antibiotica, want deze middelen nemen
namelijk de oorzaak van een infectie weg door de verwekkers ervan te bestrijden.
Het gaat dan om de bestrijding van ziekmakende micro-organismen zoals virussen,
bacteriën, schimmels of parasieten.
Van de ziekten die niet altijd vanzelf overgaan, kunnen we eigenlijk maar een
klein gedeelte echt genezen, naar schatting minder dan 30 procent. Dat betekent
dat we ruim 70 procent van de ziekten die niet vanzelf overgaan, (nog steeds)
niet kunnen genezen. Daarbij moet men denken aan bepaalde virusziekten
(zoals aids), aan de meeste vormen van kanker of aan
auto-immuunziekten als diabetes (suikerziekte) en multiple sclerose.
Bovendien is de symptoombestrijding met geneesmiddelen bij veel ziekten zoals
kanker, reumatische aandoeningen, hart- en vaatziekten en
dementie nog verre van ideaal. Daarnaast hebben veel middelen nog
hinderlijke of gevaarlijke bijwerkingen. Ondanks de grote vooruitgang is
er dan ook nog steeds grote behoefte aan nieuwe en veilige medicijnen. Reden
genoeg dus om met de ontwikkeling daarvan verder te gaan.

Terug
|
|