VAN KRUID tot MEDICIJN MEDICIJNEN in VELE VORMEN en GEDAANTEN
In de apotheek zie je een enorme variëteit aan
medicijnen. Het gaat niet alleen om verschillende werkzame stoffen die elk hun
eigen toepassing hebben, maar ook om verschillende toedieningsvormen. Zo worden
veel medicijnen in tabletten, capsules of poeders toegediend. Ook zetpillen,
klysma’s en ampullen met injectievloeistof gaan in de apotheek regelmatig over
de toonbank. Medicijnen in spuitbussen in de vorm van een neusspray of
dosisaërosol worden tegenwoordig eveneens veel voorgeschreven. En niet te
vergeten oogdruppels of oogzalven en de vele smeersels voor de huid: zalven,
crèmes, pasta’s, lotions enzovoort.
De plaats van toediening Voor veel toedieningsvormen is de plaats van toediening van groot belang. In
principe zou je een onderscheid moeten maken tussen aandoeningen die plaatselijk
(lokaal) kunnen worden behandeld en aandoeningen waarbij dat niet
mogelijk is. Bij aandoeningen van de huid, de neus of longen, de ogen of de
vagina kan het geneesmiddel meestal direct op de aangedane plaats worden
aangebracht. De werkzame stof moet dan wel in een praktisch hanteerbare vorm
worden gebracht, bijvoorbeeld in een spray voor in de neus of longen, of worden
vermengd met een zalf- of crèmebasis voor op de huid. Je kunt nu eenmaal geen
poeder in het oog strooien en geen tablet in het oor stoppen. Het grote voordeel
van lokale toediening is dat de werking van het medicijn zich beperkt tot
het aangetaste orgaan of weefsel. Daardoor zullen niet vaak bijwerkingen
optreden om de eenvoudige reden dat het medicijn geen andere plaatsen in het
lichaam bereikt. Nieuwe toedieningsvormen De belangrijkste ontwikkeling in de afgelopen jaren is ongetwijfeld het gebruik van inhalatiepreparaten bij de behandeling van astma en COPD (zie ook 'Astma en COPD' in de sectie 'Luchtwegen en Ademhaling'). Daarmee worden dus dosisaërosols en poederinhalators bedoeld. Voor veel patiënten met luchtwegproblemen zijn deze toedieningsvormen een ware verademing: een paar pufjes per dag in plaats van het slikken van zware medicijnen. Ook de neussprays die van belang zijn bij hooikoorts moeten worden genoemd (zie ook 'Hooikoorts' in de sectie 'Luchtwegen en Ademhaling'). Verwacht wordt dat de komende jaren ook vaccins (zoals tegen griep) per inhalatie of via een neusspray zullen worden toegediend.
Een ander voorbeeld is de ‘spinale pijninfusietherapie’. Dit is een vorm van pijnbehandeling bij kankerpatiënten (zie ook 'Pijn en Pijnbehandeling'). De pijnstiller (meestal morfine) wordt via een pomp en een (epidurale) katheter rechtstreeks in het ruggenmerg toegediend. In vergelijking met orale toediening is de pijnstilling beter en treden minder bijwerkingen op.
Toch zijn er nog veel medicijnen die via de mond worden toegediend. Die zullen
natuurlijk altijd blijven bestaan, omdat nu eenmaal niet elke aandoening lokaal
kan worden behandeld. Maar ook op dit gebied is er veel verbeterd. Zoals bekend
moeten tabletten of capsules vaak drie keer per dag of zelfs nog vaker worden
geslikt. Een groot nadeel daarvan is dat niet iedereen de discipline kan
opbrengen de medicijnen steeds op hetzelfde tijdstip te nemen. Een ander nadeel
is dat de concentratie van de werkzame stof in het bloed sterk zal schommelen.
Na inname ontstaan hoge concentraties, die na verloop van tijd weer lager
worden. Je hebt dus te maken met pieken en dalen. Voor een goede werking van
veel medicijnen is het noodzakelijk dat er een constante werkzame concentratie
aanwezig is. Om dat te bereiken zijn er speciale tabletten ontwikkeld met een ‘gereguleerde
afgifte’. Ze zijn bekend als ‘retard’-, ‘slowrelease’-, ‘time-span’-,
‘durette’- of ‘oros’-tabletten. De tabletten geven de werkzame
stof langzaam maar met grote regelmaat aan het bloed af. Daardoor blijft de
werkzame concentratie van het middel veel langer constant. De tabletten hoeven
dan ook nog maar één keer per dag te worden ingenomen in plaats van drie of vier
keer. Medicijnen in pleisters De laatste jaren worden medicijnen ook via pleisters aan het lichaam toegediend. Voor alle duidelijkheid: het gaat niet om pleisters om een wond mee af te dekken, maar om speciale pleisters. Ze bevatten doorgaans een kleine hoeveelheid van een sterk werkzame stof die zeer gelijkmatig (‘gereguleerd’) via de huid aan het bloed wordt afgegeven. Het gaat dus om een systemische werking.
Het voordeel
van deze toedieningsvorm is dat er gedurende enige dagen tot soms zelfs een week
een constante, werkzame concentratie ontstaat, zonder dat men steeds opnieuw een
dosis moet toedienen. De therapietrouw – waarmee het op tijd innemen van
een medicijn wordt bedoeld – wordt daardoor veel groter. Zo zijn er op dit
moment pleisters tegen zeeziekte met scopolamine (Scopoderm TTS®), tegen
angina pectoris met nitroglycerine (Deponit T®,
Minitran®, Nitro-Dur®, Transiderm-Nitro®).
Daarnaast worden pleisters met nicotine (Nicotinell®, NiQuitin®)
gebruikt bij het stoppen met roken. diabetes (suikerziekte): pen en POMP Vooral patiënten met chronische ziekten zijn gebaat bij medicijnen met een
eenvoudige toedieningsvorm, liefst in een zo laag mogelijke frequentie. Men moet
zich voorstellen dat sommige patiënten dag in dag uit, soms meermalen per dag,
steeds weer dezelfde medicijnen moeten gebruiken. Dat kan op den duur erg
belastend zijn. Een goed voorbeeld hiervan is de behandeling van diabetes (suikerziekte) (diabetes;
zie ook 'Diabetes' in de sectie 'Hormonen en Stofwisseling').
Een andere ontwikkeling is de uitwendige insulinepomp. Nog meer dan met de insulinepen wordt hiermee de natuurlijke insuline-afgifte zoals die bij gezonde mensen plaatsvindt, nagebootst. Dit gebeurt door het continu toedienen van een zeer kleine hoeveelheid insuline via de pomp. De benodigde hoeveelheid is afhankelijk van het bloedsuikergehalte, dat regelmatig moet worden gemeten. Dat kan de patiënt zelf doen via een vingerprik, maar nog mooier is een geheel automatisch systeem waarbij de insuline-toediening gestuurd wordt door een zogenoemde bloedsuikersensor. Dat is het geval bij een inwendige insulinepomp, waarbij het pompje in het onderhuidse vetweefsel van de buikwand is geïmplanteerd. Hoewel dit systeem nog in een experimentele fase verkeert en bij een gering aantal patiënten is aangebracht, verwacht men er op den duur veel van.
Het zelf injecteren blijft natuurlijk een probleem, vooral vanwege het infectierisico. Om dit te omzeilen zijn speciale inhalatieapparaten ontwikkeld om insuline via de longen toe te dienen. Hoewel het nog om een experimenteel ontwerp gaat, is het mogelijk een veelbelovende ontwikkeling. Er zijn ook naaldloze injectietechnieken ontworpen. Daarmee wordt het mogelijk medicijnen als insuline of interferon toe te dienen via de intacte huid, dus zonder dat er geprikt hoeft te worden. Het is een soort injectietoeter bestaande uit een kleine pijp en een cilinder gevuld met samengeperst heliumgas, dat op de huid moet worden gedrukt. Via een afgiftesysteem kan het gas expanderen, waardoor een schokgolf ontstaat en de medicinale poederdeeltjes met hoge snelheid door het heliumgas worden meegesleurd en de huid binnendringen. De poederdeeltjes zijn zo klein dat geen weefselbeschadiging en pijn zullen ontstaan. Sommige vaccins kunnen nu al vrijwel pijnloos en zonder infectiegevaar met een dergelijke injectietoeter worden toegediend. Nieuwe ontwikkelingen Het is te verwachten dat er steeds meer toedieningsvormen zullen komen waarbij
de medicijnen ‘gereguleerd’ aan het lichaam worden toegediend, hetzij via
de mond, hetzij via injecties of met pleisters. Ook voorziet men dat er methoden
worden ontwikkeld om medicijnen veel plaatsgerichter te laten werken,
bijvoorbeeld door het gewenste medicijn alléén naar die cellen en weefsels te
transporteren die ziek of aangetast zijn. |