Deze vorm van reumatische gewrichtsontsteking treft vooral de
gewrichten van de wervelkolom,
de tussenwervelschijven en de gewrichten tussen het heiligbeen en het bekken.
De ziekte wordt ook wel spondylitis ankylopoëtica genoemd omdat de wervels
ontstoken
zijn (spondylitis) en de wervelkolom uiteindelijk verstijft (ankylopoëtica). De
aandoening
begint meestal tussen het achttiende en dertigste levensjaar en komt bij mannen
vier- tot vijfmaal vaker voor dan bij vrouwen. Er is een duidelijke erfelijke
factor aangetoond.
Dat betekent dus dat deze ziekte vaker voorkomt bij de naaste familieleden van
een patiënt dan bij niet-verwante personen. De belangrijkste klachten zijn lage rugpijn en toenemende stijfheid van de wervelkolom, vooral in de vroege ochtenduren. Geleidelijk kan de verstijving zich uitbreiden over de hele wervelkolom. De eigenlijke oorzaak van deze ziekte is, net als bij gewrichtsreuma (reumatoïde artritis), onbekend. Toch heeft men de indruk dat de ziekte vaak vooraf wordt gegaan door een infectie. Mogelijk is ook bij deze aandoening sprake van een ontsporing van het afweersysteem. Anders dan bij gewrichtsreuma komen er geen reumafactoren in het bloed voor. Behandeling en medicatie Het accent van de behandeling ligt op fysiotherapie. De oefeningen zijn erop gericht de rug zo soepel mogelijk te houden om verstijving en kromgroeien te voorkomen. Ontstekingsremmende pijnstillers, NSAID’s dus, worden gegeven ter verlichting van de pijn en om de ontsteking te remmen. In principe kunnen dezelfde NSAID’s (inclusief de zogenaamde COX-2-remmers) worden gebruikt als bij reumatoïde artritis. Als ze onvoldoende effect hebben, wordt fenylbutazon (merkloos, Fenylbutazon FNA) gegeven. Dit middel is één van de krachtigst werkende NSAID’s, maar heeft daardoor ook (veel) meer bijwerkingen. Sommige daarvan zijn zeer ernstig, zoals remming van de vorming van nieuwe bloedcellen in het beenmerg. Daardoor wordt de kans op levensgevaarlijke infecties groot. Als fenylbutazon wat langer wordt geslikt, moet het bloed dan ook regelmatig worden gecontroleerd op eventuele afwijkingen. Evenals bij reumatoïde artritis, worden sinds enkele jaren ook biologicals en met name de zogenaamde TNF-α-blokkers gebruikt bij de ziekte van Bechterew. Het gaat dan om adalimumab (Amgevita®, Hulio®, Humira®, Hyrimoz®, Imraldi®), certolizumab pegol (Cimzia®), etanercept (Benepali®, Enbrel®, Erelzi®), golimumab (Simponi®) en infliximab (Flixabi®, Inflectra®, Remicade®, Remsima®, Zessly®), zie ook reumatoïde artritis. Tot nu toe worden deze peperdure middelen alleen ingezet als gebleken is dat NSAID's in maximale doseringen nauwelijks nog effect hebben op de verstijving en de vergroeiingen van de wervelkolom.
Externe links: |