Verslaving SLAAPMIDDELEN & TRANQUILLIZERS
BARBITURATEN De barbituraten waren de slaapmiddelen die in de eerste helft van de twintigste eeuw werden gebruikt. Tegenwoordig worden ze nauwelijks meer voorgeschreven omdat ze behoorlijk gevaarlijk zijn. In een niet al te grote overdosering kunnen ze dodelijk verlopende vergiftigingen veroorzaken. Met deze middelen werd dan ook nogal eens zelfmoord gepleegd. Een
ander gevaar van de barbituraten zijn de sterk verslavende eigenschappen. Een
zekere mate van afhankelijkheid van deze middelen kan zich soms al na enkele
weken manifesteren. De voornaamste kenmerken zijn traagheid van denken, handelen
en spreken, geheugenstoornissen, geringe aandacht voor de omgeving, emotionele
labiliteit en vijandig gedrag. Daarnaast komen ook enkele specifieke
neurologische afwijkingen voor. Met de komst van de benzodiazepinen in 1960 werden de barbituraten als
slaapmiddel eigenlijk overbodig. Ze worden nu alleen nog in zeer speciale
omstandigheden voorgeschreven. Op de illegale drugsmarkt zijn ze echter nog
steeds populair. BENZODIAZEPINEN Dat de barbituraten werden vervangen door benzodiazepinen was een goede zaak. Benzodiazepinen zijn een stuk veiliger (het is nauwelijks mogelijk zelfmoord met deze middelen te plegen!) en de verslavende eigenschappen leken afwezig. Artsen schreven ze vanaf de jaren zestig op grote schaal voor, niet alleen als slaapmiddel maar ook als angstonderdrukkers (anxiolytica), zie ook slaapmiddelen in het onderdeel 'Slaapstoornissen' en kalmerende middelen in het onderdeel 'Angststoornissen' in de sectie 'Hersenen & Zenuwstelsel'.
Benzodiazepineverslaving: een onderschat probleem! Ouderen krijgen nogal eens problemen met lopen, waardoor het risico op vallen, met als gevolg nare been- of heupfracturen, duidelijk is toegenomen. Vastgesteld is dat ouderen een 40 tot 60 procent grotere kans hebben dat ze in het ziekenhuis worden opgenomen in verband met een gebroken heup. Ook toename van de eetlust en van het lichaamsgewicht en verminderd libido (minder zin in seks) kunnen voorkomen. Bij hogere doseringen komen geheugenstoornissen voor; men herinnert zich niets meer van de gebeurtenissen kort na het innemen van het middel. In combinatie met alcohol wordt de werking vele malen sterker. Eén alcoholische consumptie kan het gevoel geven dat men volslagen dronken is. Ook in combinatie met andere medicijnen die op het centrale zenuwstelsel werken, kan de (bij)werking worden versterkt. Tegenwoordig worden benzodiazepinen op grote schaal gebruikt. Men schat dat één op de tien Nederlanders één of meer keer per jaar zo’n benzodiazepine krijgt voorgeschreven door huisarts of specialist. Bij één op de drie van deze benzodiazepineslikkers is het gebruik chronisch, dat wil zeggen dat ze het middel meer dan negentig dagen per jaar gebruiken. Men vermoedt dat minstens 500.000 mensen jaar in jaar uit benzodiazepinen slikken. Opvallend is dat vrouwen ze twee keer zo vaak krijgen voorgeschreven als mannen. Ze worden het meest geslikt tussen het veertigste en zestigste levensjaar. In de jaren negentig van de vorige eeuw is pas goed duidelijk geworden dat het gebruik van benzodiazepinen wel degelijk kan leiden tot verslaving. Er zijn aanwijzingen dat zich na intensief gebruik gedurende vier tot zes weken al verslavingsproblemen kunnen aandienen, zoals onthoudingsverschijnselen wanneer men plotseling stopt met het gebruik. De onthoudingsverschijnselen van benzodiazepinen kunnen variëren van slapeloosheid, onrust, angsten, sombere stemming, (tijdelijke?) karakterveranderingen, verstoorde waarneming, overgevoeligheid voor licht en geluid, griepgevoel, diverse pijnen en krampen tot onbewuste spiertrekkingen en bewustzijnsstoornissen met hallucinaties en waandenkbeelden. Hoe lang en in welke mate deze verschijnselen optreden, hangt vooral af van de voorafgaande behandelingsduur, de dosering die dagelijks werd gebruikt en de snelheid waarmee het gebruik wordt beëindigd. Van deze verslaving afkomen is beslist niet makkelijk. Stopt men plotseling, dan krijgt men beslist last van een of meer van de genoemde onthoudingsverschijnselen. Om die te bestrijden, moet weer een benzodiazepine worden geslikt. Zo komt men in een vicieuze cirkel terecht. Succesvol stoppen vereist een gezamenlijke inspanning van arts en patiënt. Om het staken van het gebruik niet nodeloos moeilijk te maken, wordt geadviseerd de dosis geleidelijk te verlagen. In goed overleg met de patiënt zal de arts de dosering elke veertien dagen met een kwart van de oorspronkelijke dosis kunnen verminderen. Op die manier is de dosering na zes weken tot nul afgebouwd. Ook andere afbouwschema’s zijn mogelijk. Op dit moment is er in Nederland een studie gepland om na te gaan om of het mogelijk is mensen die verslaafd zijn aan hoge doseringen benzodiazepinen te ontgiften met een lage dosis flumazenil (merkloos, Anexate®). Flumazenil is een zogenaamde benzodiazepine-antagonist die in het ziekenhuis af en toe gebruikt wordt om een narcoseroesje bij kortdurende chirurgische ingrepen, opgewekt door een benzodiazepine-achtige stof, af te breken. De vraag bij deze studie is of ontgifting met flumazenil bij verslaafde patiënten minder klachten van ontwenning geeft en hogere onthoudingpercentages dan bij de huidige afbouwschema's, zonder dat dit gepaard gaat met ernstige bijwerkingen. Ervaringen in het buitenland met name in Australië zijn vooralsnog positief.
Externe links: |