Hersenen & zenuwstelsel SLAAPSTOORNISSEN
Een gezonde, natuurlijke slaap bestaat uit een aantal fasen, waarin perioden van diepe, droomloze slaap worden afgewisseld met korte perioden van droomrijke slaap. Deze laatste fase wordt de REM-slaap genoemd, een afkorting van Rapid Eye Movements (letterlijk: snelle oogbewegingen). In deze fase van de slaap is er een verhoogde hersenactiviteit en heeft men levendige dromen. Aan de REM-slaap gaat de non-REM-slaap vooraf. Deze fase heeft verschillende stadia: van doezelen via lichte slaap naar diepe, droomloze slaap. Er zijn vier tot vijf van dergelijke slaapcycli per nacht en elke cyclus begint met de non-REM-slaap en eindigt met de REM-slaap.
Slapeloosheid Uit onderzoek is gebleken dat minstens 5 procent van de volwassenen minimaal tweemaal per week slecht slaapt en 15 procent af en toe (minder dan tweemaal per week). Ouderen hebben zelfs nog vaker slaapklachten. Geschat wordt dat meer dan 20 procent van de ouderen regelmatig slaapmiddelen gebruikt. Vrouwen klagen tweemaal zo vaak over slapeloosheid als mannen. Van een echte slaapstoornis is pas sprake als de klacht aan twee voorwaarden voldoet:
Mensen met slaapstoornissen kunnen zeer uiteenlopende klachten hebben die verband houden met het slechte slapen.
Slecht slapen heeft slechts in 5 tot 10 procent van de gevallen een lichamelijke oorzaak. Pijn of een ongewone slaaphouding, bijvoorbeeld na een beenbreuk of een andere blessure, zijn soms de directe oorzaak. Ook mensen met hart- en vaatziekten kunnen slaapproblemen hebben. Een op zichzelf staande oorzaak is de zogenoemde slaapapnoe. Mensen met deze aandoening hebben ’s nachts regelmatig last van een korte ademstilstand, waarna ze plotseling wakker schrikken als gevolg van ademnood. Slaapapnoe komt vaak voor bij ouderen die te dik zijn en ’s nachts luid snurken, zie ook snurken & slaapapneu, hieronder. Anderen hebben ’s nachts last van spiertrekkingen in hun benen, waardoor de
slaap wordt verstoord: het ‘restless legs syndrome’. Dit zijn speciale
slaapstoornissen, die echter frequent voorkomen. Meestal worden deze patiënten
behandeld door een neuroloog of een KNO-arts, zie ook restless legs syndroom,
hieronder.
In veel gevallen kunnen slaapklachten verdwijnen zonder slaapmiddelen te gebruiken. Veel mensen hebben baat bij regelmaat en vaste slaaptijden. Ontspannen naar bed gaan is een belangrijke voorwaarde. Een warm bad of douche vlak voor het slapen gaan kan erg nuttig zijn. Ook een korte avondwandeling of ontspanningsoefeningen (yoga) zijn waardevol. Het drinken van koffie of andere coffeïnehoudende dranken (thee, cola) na het avondeten moet per se worden vermeden. Het bekende slaapmutsje kan het inslapen bevorderen, maar meer alcoholische consumpties werken juist negatief. Neem liever een beker warme melk met suiker of honing.
Slaapmiddelen – ook wel hypnotica genoemd (van het Griekse woord ‘hupnos’ = slaap) – veroorzaken geen natuurlijke slaap. Eigenlijk verhinderen ze alléén het wakker blijven door de inslaaptijd te verkorten of de totale slaapduur te verlengen. De laatste jaren is duidelijk geworden dat vrijwel alle slaapmiddelen – en dat geldt ook voor alcohol en sommige geneesmiddelen – een ongewenste invloed hebben op de kwaliteit en op het verloop van het normale slaappatroon. In slaaplaboratoria is vastgesteld dat vooral de REM-slaap door slaapmiddelen wordt beïnvloed. Wordt die droomrijke REM-fase onderdrukt, dan heeft dat een ongunstige invloed op het psychisch en lichamelijk welbevinden overdag. Men voelt zich niet uitgerust; een ‘katterig’, onuitgeslapen gevoel kan het gevolg zijn.
Benzodiazepinen Benzodiazepinen verkorten de inslaapduur gemiddeld met 15 tot 20 minuten en verlengen de slaapduur met 30 tot 50 minuten, in vergelijking met de werking van een placebo (fopmiddel). Na twee weken neemt deze werking geleidelijk af. De ongewenste bijwerkingen (zie hieronder) blijven echter bestaan. De in Nederland als slaapmiddel toegepaste benzodiazepinen zijn: brotizolam (Lendormin®), flunitrazepam (merkloos), flurazepam (merkloos), loprazolam (Dormonoct®), lorazepam (merkloos, Lorazepam FNA), lormetazepam (merkloos, Noctamid®), midazolam (Dormicum®), nitrazepam (merkloos, Mogadon®), oxazepam (merkloos, Seresta®) en temazepam (merkloos, Normison®). Overigens zijn er ook slaapmiddelen met een iets andere chemische structuur dan de benzodiazepinen (non-benzo’s) zoals zolpidem (merkloos, Stilnoct®) en zopiclon (merkloos, Imovane®), maar met een zelfde werkingsmechanisme.
Werkingsduur Wie niet kan doorslapen, moet een middellangwerkend
slaapmiddel
nemen om ook de rest van de nacht te kunnen slapen. Deze middelen hebben
vanzelfsprekend ook een langere nawerking, die zelfs tot halverwege de volgende
dag kan duren. Een voorbeeld van een middellangwerkend slaapmiddel is
nitrazepam (merkloos, Mogadon®). Langwerkende slaapmiddelen, zoals flurazepam
(merkloos), zouden eigenlijk niet meer mogen worden voorgeschreven.
Ze zijn als slaapmiddel niet geschikt doordat cumulatie optreedt: de werking zal
zich dan ook overdag uiten in dufheid, slaperigheid, concentratieproblemen en
mogelijk andere bijwerkingen.
Bijwerkingen De problemen die de slaapstoornissen veroorzaken, worden met slaapmiddelen natuurlijk niet opgelost. Slaapmiddelen bieden hooguit tijdelijk enig soelaas. Wie langdurig slaapklachten heeft, doet er verstandig aan in overleg met de huisarts een specialist te consulteren. Ook een verwijzing naar een slaaplaboratorium, waar de dieperliggende oorzaak kan worden opgespoord en behandeld, behoort tot de mogelijkheden.
Gewenning
en verslaving
Behalve dat ouderen meestal minder slaap nodig hebben, hebben ze een duidelijk ander slaappatroon dan volwassenen van middelbare leeftijd. Ouderen worden ’s nachts vaker wakker (ze hebben een lagere wekdrempel), waardoor ze ’s nachts korter slapen, maar overdag meer ‘dutten’. Je zou het een ‘versnipperd’ slaappatroon kunnen noemen. Ouderen klagen dan ook meer over slapeloosheid. Van alle mensen die voor slaapproblemen naar de huisarts gaan, is grofweg de helft ouder dan 65 jaar. Naar schatting gebruikt meer dan 20 procent van de ouderen regelmatig slaapmiddelen. Gezien de extra risico’s die het gebruik van slaapmiddelen voor ouderen heeft, is bij hen extra voorzichtigheid gewenst. Oudere mensen zijn gevoeliger voor de werking van slaapmiddelen, terwijl de werkingsduur verlengd kan zijn. Ook ziet men bij hen af en toe een averechtse werking. Door een dergelijk paradoxaal effect wordt iemand na het slikken van een slaappil onrustig en opgewonden in plaats van slaperig. Langdurig gebruik van slaapmiddelen heeft een nadelige invloed op de geheugenfunctie. Eventuele vergeetachtigheid heeft dan dus niets te maken met het ontstaan van dementie, zoals vaak wordt verondersteld, maar simpel met het slaapmiddelengebruik! Daarnaast kan het spierverslappende effect van veel slaapmiddelen voor ouderen extra nadelig zijn. Omdat zij vaker last hebben van een vergrote prostaat of van urine-incontinentie, moeten zij ’s nachts vaker het bed uit. Door de invloed van het slaapmiddel dat zij hebben gebruikt, is er een grote kans dat ze vallen. De gevolgen van een val op oudere leeftijd kunnen (zeer) ernstig zijn.
Melatonine Toch zijn er wel wat kanttekeningen te maken wat betreft het gebruik van melatonine tegen slapeloosheid bij ouderen. In onderzoek is vastgesteld dat melatonine minder werkzaam blijkt te zijn dan benzodiazepine-achtige slaapmiddelen zoals zolpidem (merkloos, Stilnoct®). Bij ondeskundig gebruik kan het slaap-waakritme in de war raken en is er kans op hoofdpijn en misselijkheid. Deskundigen vinden dat de juiste dosering en het ideale tijdstip van inname het beste kunnen worden bepaald met een speekseltest om de eigen aanmaak van melatonine te meten. Na verwijzing door uw huisarts naar een slaapcentrum dat deze meting kan verrichten, ontvangt u vijf buisjes thuis met daarin een kauwwatje. Op vastgestelde tijdstippen moet u op een watje kauwen totdat het goed nat is. Hierna stuurt u de gebruikte kauwwatten retour en in het laboratorium vindt de bepaling plaats. Er is dus geen bloedonderzoek nodig en de speekseltest kunt u thuis uitvoeren. Op basis van de uitslag van deze meting wordt een advies gegeven over het al dan niet behandelen van de slaapklachten met melatonine. Als het advies positief is krijgt u ook een advies welke dosis u dient te gebruiken en op welk tijdstip van de dag. Op eigen houtje melatonine gaan gebruiken is heel onverstandig vanwege mogelijke ontregeling van de biologische klok. Het gebruik van melatonine geeft over het algemeen weinig bijwerkingen. Soms komen de volgende klachten voor: sufheid, duizeligheid en hoofdpijn. Deze klachten komen vooral voor in de eerste dagen na het starten met de tabletten. Als deze klachten aanhouden moet u contact opnemen met de huisarts of specialist. Huiduitslag, buikpijn en misselijkheid kunnen ook voorkomen, zij het vrij zelden.
Chloralhydraat Slaapzucht of narcolepsie is een tamelijk zeldzame slaapstoornis, waarbij een abnormale en onbedwingbare slaapneiging overdag gepaard gaat met korte, steeds terugkerende aanvallen van (REM-)slaap. Vaak ontstaan tijdens zo’n slaapaanval een soort spierverlamming (kataplexie) en hallucinaties. De stoornis begint meestal op de leeftijd tussen 15 en 30 jaar. De oorzaak is onbekend, maar de aandoening kan erfelijk zijn. Voor het lichamelijk welzijn van de patiënt heeft slaapzucht geen zichtbare gevolgen, maar de kans op ongelukken (in het verkeer, tijdens het bedienen van machines) is aanzienlijk vergroot.
Psychostimulantia Sinds 2018 is er een nieuw middel tegen slaapzucht onder de naam pitolisant (Wakix®) verkrijgbaar. Anders dan de hierboven genoemde middelen heeft pitolisant geen amfetamine-achtige werking, maar bevordert het de activiteit van zogenaamde histaminerge zenuwbanen in de hersenen. Hierdoor verbetert het niveau en de duur van de wakkere toestand en de alertheid overdag. De belangrijkste bijwerkingen zijn slapeloosheid, angst, prikkelbaarheid, hoofdpijn en depressie. Vanwege de nog korte ervaring die met dit middel is opgedaan, is nog niet duidelijk welke plaats dit middel in de behandeling van slaapzucht gaat innemen. Als met name kataplexie een probleem is, kan natriumoxybaat (GHB, Xyrem®) worden geprobeerd. Onder de naam GHB (gammahydroxyboterzuur) is het een obsoleet narcosemiddel; door zijn psychische effecten is het een populair middel in de 'drugscene' (zie ook GHB in het onderdeel 'Smartdrugs, Paddo's, LSD & GHB' in de sectie 'Verslaving'). Anders dan de bovengenoemde psychostimulantia wordt het effect toegeschreven aan het bevorderen van de diepe slaap en versterking van de nachtslaap. Het middel dat alleen als drank verkrijgbaar is, dient vlak voor het slapengaan zittend in bed worden ingenomen; 2½-4 uur later moet een tweede dosis (in bed) worden ingenomen, indien nodig daarvoor de wekker zetten. Het is een erg onveilig middel; twee tot driemaal de aanbevolen dosering kan heel schadelijk zijn. Ook is het zwaar verslavend, waardoor het onder de Opiumwet valt (zie ook opiumwet in de sectie 'Verslaving').
RESTLESS LEGS SYNDROOM Restless legs (rustelozebenen) syndroom (RLS) is een neurologische aandoening die zich kenmerkt door een irriterend, branderig, kruipend gevoel, meestal in de kuiten, dat een onweerstaanbare drang tot bewegen oproept. De aandoening kan zich ook in de voeten en armen voordoen. Slechts zelden is er sprake van pijn. De irritatie in de benen treedt vooral op tijdens rustperiodes. Vooral 's avonds en in de nacht nemen de klachten toe, waardoor het inslapen (ernstig) wordt belemmerd. Uit onderzoek in verschillende landen blijkt dat 3 - 10 % van de bevolking last heeft van het RLS en komt twee keer zo vaak voor bij vrouwen als bij mannen. Van hen heeft niet iedereen de RLS-klachten in dezelfde mate. Er zijn mensen die maar af en toe last hebben. Er zijn echter ook mensen die er zo veel en vaak last van hebben, dat ze naar de dokter gaan voor hulp. Naar schatting vraagt iets minder dan 3% medisch advies voor hun rusteloze benen. Tachtig procent van de mensen met RLS heeft ook last van periodic limb movement disorder (PLMD). Dit is een aandoening waarbij men tijdens de slaap schokkende bewegingen maakt. Een verstoorde slaap is de voornaamste reden waarom patiënten een arts consulteren. De oorzaak van RLS kan primair of secundair zijn. De oorzaak van primaire RLS is nog onbekend, maar wordt gezocht in een verstoring in de dopaminehuishouding in de hersenen. Veelal is er bij RLS een erfelijke component. Secundaire RLS kan veroorzaakt worden door bloedarmoede door ijzergebrek, zwangerschap en chronische aandoeningen, zoals nierfalen, diabetes, ziekte van Parkinson en perifere neuropathie. Als bij iemand de diagnose RLS wordt gesteld dan dient men als eerste bloedarmoede uit te sluiten. Indien bloedarmoede wordt geconstateerd, dan is ijzersuppletie gedurende twee tot drie maanden aanbevolen (zie ook ijzergebrekanemie in het gedeelte 'Bloedarmoede' in de sectie 'Bloed en Bloedsomloop') . Soms is ijzertherapie al afdoende of geeft het verbetering van de klachten. Ten tweede dienen de volgende geneesmiddelen zoveel mogelijk vermeden te worden bij mensen met RLS omdat zij de symptomen kunnen verergeren: tricyclische antidepressiva, SSRI's, antipsychotica, calciumantagonisten en anti-emetica. Bovendien moet men het overmatig gebruik van koffie en alcohol vermijden.
Dopamineagonisten
Hydrokinine
SNURKEN & SLAAPAPNEU
Snurken komt vaak voor: 38% van de mannen boven de 35 jaar snurkt drie of
meer nachten per week, van de mannen van 50 tot 64 jaar snurkt bijna 44%. Bij
vrouwen komt het veel minder vaak voor: circa 20% van de vrouwen boven de 50 blijkt
te snurken. Snurken op zich is niet schadelijk voor de gezondheid, maar kan wél
irritant zijn voor de bedpartner hetgeen niet zelden leidt tot relatieproblemen.
Het snurkvolume kan oplopen tot wel 70 decibel, vergelijkbaar met het geluid van
een stofzuiger. Soms geeft snurken aan dat er meer aan de hand is dan alleen irritant geluidsoverlast. Het kan wijzen op slaapapneu, dat wil zeggen het optreden van ademstops (apneu) en ademvermindering (hypopneu) door verlaging van de tonus van de tongspier. Die blokkeert dan geheel of gedeeltelijk de bovenste luchtwegen. Deze vorm wordt obstructief slaapapneu-syndroom (OSAS) genoemd. Bij OSAS treden tijdens de slaap ademhalingspauzes op van ongeveer tien seconden of langer die meer dan vijf keer per uur optreden. Na zo'n pauze wordt de slaper kortstondig (enkele seconden) wakker door het lage zuurstofniveau in het bloed en slaapt weer verder na een diepe, snurkende ademteug. Dergelijke ademhalingspauzes kunnen tot wel enkele honderden keren per nacht optreden. Treden ze meer dan 30 keer per uur op dan spreekt men van ernstige OSAS. Er is ook een andere variant van slaapapneu, centraal slaapapnoesyndroom (CSA) genoemd. Deze vorm van herhaaldelijk optredende ademstops wordt gekenmerkt door tijdelijk - meer dan tien seconden - wegvallen van de neurale activiteit in de hersenen van de ademhalingsspieren. Daarbij is er dus geen obstructie van de luchtwegen. Tot de oorzaken van CSA behoren hersenletsel of een beroerte. Slaapapneu kan de gezondheid bedreigen, het kan een belangrijke risicofactor zijn voor het ontstaan van hart- en vaatziekten. De ernst van slaapapneu wordt bepaald door het aantal ademstops per uur slaap en de klachten overdag. Door de ademstops ontstaat een onderverzadiging van het bloed met zuurstof (hypoxie): de zuurstofwaarde kan wel dalen tot 70% terwijl die normaal 95% is. Dit leidt tot een hoge hartfrequentie en een hoge bloeddruk. Als dat 's nachts vele malen gebeurt leidt dat tot chronische hoge bloeddruk. Patiënten ontwaken niet verkwikt en zijn overdag vermoeid en slaperig. Ze kunnen zich niet concentreren, hebben een slecht geheugen en vertonen op den duur persoonlijkheidsveranderingen. Een ernstige slaapapneu kan uiteindelijk levensbedreigend worden. Behandeling
Welke behandeling wordt gekozen bij snurken, hangt af van de oorzaak. Als er
sprake is van een verstopte neus bij neusverkoudheid, kan een decongestivum
zoals een neusspray met oxymetazoline (Vicks Sinex®),
tramazoline (Bisolnasal®) of
xylometazoline (merkloos,
Otrivin®, Xylometazoline
FNA) uitkomst bieden, zie ook
verkoudheid in het
onderdeel 'Luchtweginfecties' in de sectie 'Luchtwegen & Ademhaling'.
Ook is er een combinatie met ipratropium verkrijgbaar dat de productie
van neusslijm ('snot') vermindert. De combinatie heet Otrivin Duo® en is
nog net iets effectiever dan een enkelvoudig product. Bij OSAS is de rol van medicatie beperkt. De behandeling gebeurt in eerste instantie met positieve-drukbeademing (CPAP: continuous positive airway pressure). De patiënt slaapt met een masker over de neus - soms neus én mond - dat verbonden is met een luchtpomp die de luchtdruk in de neus en keelholte licht verhoogt, ongeveer 8 tot 10 millibar. Daardoor gaan de luchtwegen openstaan en wordt de obstructie opgeheven. Dat heeft een onmiddellijk effect, patiënten voelen zich de volgende ochtend verkwikt en de klachten van slaperigheid overdag verbeteren of verdwijnen. Een alternatief voor CPAP is een tandheelkundige beugel die de onderkaak en de daarmee verbonden weke delen naar voren houdt, waardoor de bovenste luchtwegen wijder worden en de luchtdoorstroming verbetert. Externe links: |