Verslaving CANNABIS: HOE SOFT is CANNABIS?
EEUWENOUDE TOEPASSINGEN De van de hennepplant (Cannabis sativa) afkomstige bestanddelen zoals de hars (hasjiesj) of de bladeren (marihuana, hennep, weed, nederwiet) worden al sinds mensenheugenis als geneesmiddel gebruikt, maar vooral als genotmiddel. Duizenden jaren geleden werd de medicinale werking al door de Chinezen beschreven. Ook de Grieken en Romeinen waren enthousiast over de werking van cannabis. In Europa duikt het middel sinds de Middeleeuwen regelmatig op in beschrijvingen van geneeskrachtige kruiden. In de vorige eeuw waren extracten en aftreksels van cannabis niet weg te denken medicijnen in het (beperkte) arsenaal van de Nederlandse apotheker. Ze werden gebruikt bij de behandeling van krampen en toevallen, bij astma, bij slaapstoornissen en bij pijnlijke aandoeningen zoals migraine en menstruatiestoornissen. Ook zieken die in het terminale stadium verkeerden, kregen cannabis. Rond de vorige eeuwwisseling werd cannabis zelfs voorgeschreven om mensen van hun morfine-verslaving af te helpen! In de loop van de twintigste eeuw loopt het medicinale gebruik terug. Dat was vooral te danken aan de komst van nieuwe synthetische geneesmiddelen die effectiever waren en beter gedoseerd konden worden. Na 1958 was cannabis als geneesmiddel (Extractum cannabis indicae) verdwenen uit de Nederlandse farmacopee, het ‘kookboek’ van de apotheker. De laatste jaren is er echter een voorzichtige ‘come-back’ als geneesmiddel, en wel in de vorm van de meest werkzame componenten van cannabis, het THC (tetrahydrocannabinol of dronabinol) en CBD (cannabidiol). Het is gebleken dat THC en CBD tamelijk effectief zijn bij de bestrijding van de misselijkheid en het braken bij kankerpatiënten die met cytostatica (middelen tegen kanker) worden behandeld of die bestraald worden. Overeenkomstig de specifieke opiaatreceptoren in het lichaam die verantwoordelijk zijn voor de werking van opiaten zoals morfine (zie ook de sectie 'Pijn en Pijnbestrijding'), zijn er specifieke aangrijpingsplaatsen in het lichaam ontdekt die verantwoordelijk zijn voor de werking van cannabis. Ze worden cannabinoïdreceptoren genoemd. Niet lang daarna werd anandamide ontdekt, een lichaamseigen stof die op deze receptoren aangrijpt. Het onderzoek naar het hoe en waarom van deze receptoren en de ‘lichaamseigen cannabis’ is in volle gang. Verslavend? Vanaf de jaren zestig van de vorige eeuw werd cannabis weer populair. Nu niet als medicijn, maar als genotmiddel bij jongeren in West-Europa en Amerika. Sindsdien zijn er heel veel onderzoeken gedaan naar de eigenschappen van cannabis, vooral naar de eventuele verslavende werking. Een belangrijk criterium daarbij is het optreden van onthoudingsverschijnselen (zie ook de 'Inleiding' in deze sectie 'Verslaving'). Deze verschijnselen kunnen ontstaan na het staken van het (intensieve) gebruik van bepaalde stoffen. Door het plotseling wegvallen van de dagelijkse hoeveelheden van de toegediende stof – waaraan het lichaam langzamerhand gewend was geraakt – kan het lichaam danig van streek raken. Verschijnselen als pijn, gejaagdheid, krampen, misselijkheid, diarree, zweten, slapeloosheid, depressie enzovoort kunnen het gevolg zijn. Ze kunnen zelfs zo hevig zijn dat de gebruiker alles in het werk stelt het middel wederom te krijgen. Het (genot)middel is dan letterlijk en figuurlijk een onontbeerlijk medicijn geworden! Het is gebleken dat dergelijke onthoudingsverschijnselen na langdurig gebruik van cannabis vrijwel afwezig zijn, hetgeen wél het geval is na gebruik van echte harddrugs zoals het zeer verslavende heroïne. Ook gewenning – dat wil zeggen dat men steeds méér moet gebruiken om dezelfde werking (roes) te ondergaan – komt niet of nauwelijks voor. De meeste onderzoekers zijn het er dan ook over eens dat het met de verslavende eigenschappen van cannabis wel meevalt! Tegenstanders van een tolerante drugswetgeving wijzen nogal eens op de ‘stepping stone’-theorie. Volgens deze theorie zal een gebruiker die begint met een softdrug (dus een cannabisproduct), automatisch in de richting van harddrugs zoals heroïne of cocaïne worden gedreven. Deskundigen zijn echter van mening dat dit in de praktijk nauwelijks een rol speelt. Zij wijzen erop dat sinds de verruiming van de Opiumwet in 1976 – toen onderscheid werd gemaakt tussen hard- en softdrugs – van de honderdduizenden cannabisgebruikers er maar erg weinig zijn overgestapt op harddrugs. Groot scala aan effecten Naar eventuele bijwerkingen van cannabis is veel en gedegen onderzoek gedaan, vooral naar de werking van de meest werkzame component van cannabis, het THC, dat sinds 1965 ook synthetisch kan worden bereid. Afgezien van het effect op de stemming en het gedrag – men spreekt dan van een ‘roes’ of van ‘high’ of ‘stoned’ zijn – heeft THC een flink aantal farmacologische effecten. De invloed op hart en bloedvaten is nogal gevarieerd: na het roken van cannabis of THC stijgt de hartslag in eerste instantie aanzienlijk, om na een minuut of twintig weer af te nemen terwijl de bloeddruk dan enigszins daalt. Door THC daalt de druk in de oogbol. Bij mensen met een te hoge oogboldruk (glaucoom) kan dat gunstig zijn. Daarnaast verwijden de vaten in het oogbindvlies zich, waardoor het oogwit van de gebruiker enigszins roze wordt. Op het zenuwstelsel heeft THC een remmende werking, die te vergelijken is met die van sommige slaapmiddelen. Met simulatieapparatuur heeft men kunnen vaststellen dat THC zowel de rijvaardigheid van automobilisten als de vliegvaardigheid van piloten nadelig beïnvloedt. Bij cannabisgebruikers neemt ook vaak de eetlust toe, met een sterke voorkeur voor zoete producten. Dat zou te maken kunnen hebben met de stofwisseling. Toch zijn er nooit veranderingen in de lever- of nierfuncties vastgesteld. Ook zijn er geen veranderingen in de samenstelling van het bloed, de urine of het ruggenmergvocht gevonden. Mensen die cannabisproducten roken (cannabis wordt meestal gerookt), hebben vrij vaak klachten die te maken hebben met de luchtwegen: verkoudheid, keelpijn, neusholteontsteking, hoesten en bronchitis. De klachten verdwijnen meestal als men stopt met het gebruik. Deze klachten worden niet veroorzaakt door de werkzame cannabiscomponenten, maar door de teerachtige stoffen die ontstaan tijdens het verbranden van de cannabis in de sigaret (‘joint’, ‘stickie’) of de hasjpijp. Precies hetzelfde geldt eigenlijk voor het roken van tabak. Overigens wordt cannabis vaak gemengd met tabak en vervolgens gerookt. Afwijkend gedrag Tot zover de over het algemeen milde bijwerkingen die kunnen optreden bij het gebruik van normale hoeveelheden cannabis. Bij overmatig gebruik van veel grotere hoeveelheden lijken de gevolgen minder onschuldig. Dan kunnen zich ernstige psychotische reacties ontwikkelen, zoals hevige angsten, verwardheid en paniek en zelfs hallucinaties. Sommige deskundigen menen echter dat deze reacties meer te maken hebben met de psychische structuur van de gebruiker dan met de gebruikte hoeveelheid cannabis. Opvallend is dat deze reacties vaker voorkomen na het eten van cannabisbevattend voedsel (‘spacecake’) dan na het roken van cannabis. Na zeer langdurig en intensief gebruik zou zich ook een afwijkend gedragspatroon
kunnen ontwikkelen, het ‘amotivatiesyndroom’. Kenmerken daarvan zijn:
geheugen-, concentratie- en aandachtsstoornissen, doelloosheid (apathie)
en een verminderd realiteitsbesef. Toch betwijfelen veel deskundigen of dit
afwijkende gedrag het gevolg is van overmatig gebruik van cannabis, want ook bij
niet-gebruikende jongeren komen zulke gedragsveranderingen regelmatig voor.
Ernstiger is echter dat op basis van recent onderzoek het vermoeden is gerezen
dat door intensief cannabisgebruik het risico op het ontstaan van
schizofrenie, een ernstige psychische aandoening (zie ook 'Psychotische
Stoornissen' in de sectie 'Hersenen & Zenuwstelsel'), en andere
psychische stoornissen toeneemt. Volgens het Trimbos-instituut (een
landelijke instelling op het gebied van geestelijke gezondheidszorg,
verslavingszorg en maatschappelijke zorg) gaat het in Nederland om ongeveer
tweehonderd extra gevallen van schizofrenie door cannabisgebruik. Sommige
deskundigen menen echter dat dit waarschijnlijk alleen voorkomt bij
cannabisgebruikers die een (erfelijke) aanleg voor deze ziekte hebben. Hoe het
ook zij, iedereen is het erover eens dat heel goed moet worden uitgezocht of er
mogelijk ook andere verklaringen zijn voor de stijging van het aantal
schizofreniegevallen dan alleen cannabisgebruik. Daarbij zou men kunnen denken
aan het gelijktijdig gebruik van andere drugs of alcohol, andere psychische
aandoeningen bij de gebruiker of bij zijn familieleden enzovoort. Alles overziend, moet voorlopig geconcludeerd worden dat de gevaren van cannabis eigenlijk wel meevallen. Vergelijken we ze met die van andere genotmiddelen die op grote schaal worden gebruikt, zoals alcohol en tabak, dan is cannabis beslist ongevaarlijker. In tegenstelling tot deze (legale) genotmiddelen zijn er de afgelopen tien jaar geen directe sterfgevallen geconstateerd als gevolg van cannabisgebruik. Het grootste gevaar is misschien nog de onzekere samenstelling van de verschillende cannabisproducten. De gebruiker weet in feite niet hoeveel werkzame stof hij of zij binnenkrijgt. Overdoseringen, met alle gevolgen van dien (psychotische reacties!), zijn dan niet uitgesloten. Misschien voor de overheid een goede reden om in het kader van het Nederlandse softdrugbeleid een of andere vorm van kwaliteitscontrole in te stellen?
Cannabis
op recept Sinds 1 september 2003 kan cannabis via de apotheek (onder toezicht van het Bureau Medicinale Cannabis, dat onder het ministerie van VWS valt) worden betrokken, het wordt dan medicinale cannabis genoemd; ook spreekt men vaak van 'mediwiet'. Het blijkt dat sommige patiënten met multiple sclerose (MS, zie ook 'Multiple Sclerose' in de sectie 'Hersenen & Zenuwstelsel') zich veel beter voelen na het roken van een marihuanasigaret. De spierspasmen (spierstijfheid) verminderen en ook de pijn en de spiertrillingen nemen af. Echt harde onderzoeksresultaten hierover zijn er niet, maar veel artsen en apothekers vinden dat de gebruikerservaring het medisch gebruik van cannabis rechtvaardigt. De stoffen die verantwoordelijk zijn voor de werking bij MS, zijn in de marihuana die in de coffeeshop wordt gekocht, in wisselende samenstelling aanwezig. Daar komt bij dat de meeste MS-patiënten of hun familieleden er tegenop zien hun ‘medicijnen’ bij de coffeeshop te halen. De marihuana die bij de apotheek verkrijgbaar is, bevat daarentegen een vast gehalte aan actieve stoffen. De plantendelen die daarvoor nodig zijn, worden geleverd door speciale hennepkwekerijen die onder toezicht van de overheid staan. In 2015 gebruikten in Nederland rond 4000 patiënten medicinale cannabis voor diverse indicaties; de vergoeding wisselt per indicatie per verzekeraar. Behalve bij MS is medicinale cannabis werkzaam bij patiënten die erg misselijk zijn en overgeven als gevolg van de cytostatica die bij sommige vormen van kanker worden gegeven. In verband met de psychotrope bijwerkingen (high of stoned worden), geven veel patiënten de voorkeur aan andere, reguliere medicijnen (zie ook anti-emetica in het onderdeel 'Maagaandoeningen' in de sectie 'Spijsvertering & Lever'). Medicinale cannabis kan ook worden gegeven ter stimulatie van de eetlust bij aids-patiënten die hiv-medicatie gebruiken. Andere indicaties zijn chronische neuropathische pijnen als gevolg van een dwarslaesie of andere beschadigingen van het zenuwstelsel, slaapstoornissen, fibromyalgie, glaucoom en het syndroom van Gilles de la Tourette. De eerlijkheid gebiedt dat het wetenschappelijke bewijs voor de werkzaamheid bij deze indicaties nog flinterdun is. Medicinale cannabis wordt in de apotheek aangeboden als gedroogde bloemtop (Cannabis flos), fijn gemalen tot een deeltjesgrootte van ongeveer 5 mm (granulaat). Het is aan de patiënt dit verder te verwerken tot een in te nemen product. De apotheek adviseert de medicinale cannabis te gebruiken in de vorm van thee of via inhalatie. Bij de bereiding van thee wordt het opgelost in water en verhit tot 100o C. De werking ervan komt veel trager op gang dan na inhalatie, vanwege de passage door het maagdarmkanaal. Het levert bij juist doseren een mild werkend product op, dat geschikt is voor chronische klachten, zoals bijvoorbeeld bij MS-patiënten. Deze ondervinden minder last van (pijnlijke) spasmen, slapen beter en hebben meer controle over de blaas.
Omdat de cannabisproducten die via de apotheek worden verstrekt,
tamelijk prijzig zijn en in de meeste gevallen niet worden vergoed door de
zorgverzekeraar, is er een toenemende populariteit voor allerlei typen
(niet-gereguleerde) cannabisolie. Ze worden veelal via internet en
webshops aangeboden als voedingssupplement doorgaans onder de naam CBD-olie
of hennepolie, vaak in combinatie met allerlei
ongefundeerde gezondheidsclaims. Het probleem met deze producten is vooral dat
de samenstelling van de werkzame stoffen - voornamelijk CBD (cannabidiol)
en soms ook THC (tetrahydrocannabinol) - sterk varieert en vaak erg onduidelijk
is. Bovendien moet men beducht zijn voor de aanwezigheid van verontreinigingen
als pesticiden, zware metalen, schimmels en bacteriën, of
oplosmiddelrestanten. CBD-olie die in principe weinig of geen THC
bevat - de component die anders dan CBD een sterke psychoactieve
werking (je wordt er 'high' of 'stoned' van) heeft - wordt door de
Nederlandse wetgeving beschouwd als voedingssuplemnent en is derhalve vrij
verkrijgbaar.
Vanwege het ontbreken van een psychoactieve werking werd lang
verondersteld dat CBD ook geen andere farmacologische effecten heeft,
maar die opvatting blijkt onterecht. Onderzoek heeft uitgewezen dat CBD
behalve een ontstekingsremmende werking ook een anticonvulsieve
(van belang bij epilepsie) en angstremmende werking bij proefdieren in
het laboratorium heeft. Ook kan CBD pijn, depressie en het hongergevoel
verminderen. Een en ander heeft nog niet geresulteerd in betrouwbaar onderzoek
bij patiënten met aandoeningen die door CBD mogelijk zijn te beïnvloeden.
Tot nu toe zijn alleen patiëntbeschrijvingen gepubliceerd, die voornamelijk
gebaseerd zijn op waarnemingen van ouders bij kinderen met epilepsie. Uit deze
beschrijvingen kwam naar voren dat CBD-olie mogelijk kan zorgen voor
minder epileptische aanvallen en dat de kwaliteit van leven van kinderen met
therapieresistente epilepsie kan verbeteren.
Externe links: |