SPIJSVERTERING & LEVER MAAGAANDOENINGEN
Hieronder worden alleen de maagaandoeningen besproken die in aanmerking komen voor een behandeling met medicijnen.
Misselijkheid en braken Er zijn veel oorzaken van misselijkheid (nausea) en braken (vomitus, emesis). Misselijkheid en braken komen voor bij veel ziekten die niets te maken hebben met de maag, bijvoorbeeld migraine, hersenschudding, geelzucht of hersenvliesontsteking. Verstoring van de evenwichtsorganen (die vlak bij de oren zitten), zoals bij zeeziekte (ook wel reisziekte, wagenziekte, luchtziekte of ruimteziekte genoemd), is eveneens een bekende aanleiding. In de eerste maanden van de zwangerschap komen misselijkheid en braken (vooral in de ochtenduren) vaak voor. Overmatig gebruik van alcohol is een andere (te)veel voorkomende oorzaak. Daarnaast kan het gebruik van sommige geneesmiddelen misselijkheid en braken veroorzaken. Zelfs een onschuldig ‘aspirientje’, ingenomen op de nuchtere maag, is daartoe in staat. Maar ook vele andere geneesmiddelen hebben deze nare bijwerking. Gelukkig gaat het dan meestal alleen om misselijkheid. Soms is de misselijkheid het gevolg van een direct prikkelende werking op het maagslijmvlies, die meestal kan worden voorkómen door het middel tijdens of na de maaltijd in te nemen. In andere gevallen ontstaat misselijkheid door een werking op het zogenoemde braakcentrum in de hersenen. ZEEZIEKTE Zeeziekte is van alle tijden. Dat blijkt ondermeer uit de naamgeving van deze uiterst hinderlijke aandoening. De oude Grieken spraken van nausia, de ziekte van de zeevaarder (= nautilos). Huidige medici spreken nog steeds over nausea als ze het hebben over zeeziekte of een soortgelijke aandoening die met misselijkheid gepaard gaat. Daaronder bevindt zich van oudsher ook de 'kameelziekte' die in oude Arabische geschriften al wordt omschreven als zwaar lichamelijk ongemak bij personen die uren- zo niet dagenlang op een kameel door de woestijn hebben gehobbeld. Met de voortschrijdende reismogelijkheden ontstonden vanzelf synoniemen als wagenziekte, luchtziekte en ruimteziekte. Net als genoemde synoniemen wordt zeeziekte beschouwd als een ‘bewegingsziekte’, veroorzaakt door lang aangehouden abnormale bewegingen uitgeoefend op ons lichaam, waardoor het evenwichtssysteem wordt verstoord. De beide evenwichtsorgaantjes (ook wel 'labyrint' genoemd) die tegen het inwendige oor aanliggen in de hersenpan, zijn de belangrijkste componenten in dit systeem. Daarnaast zijn ook het gezichtsvermogen en de sensoren in de spieren, pezen en gewrichten van belang voor informatie over de positie van ons lichaam in de ruimte. De gegevens uit deze drie bronnen gaan via zenuwbanen naar een centraal integratiecentrum in het verlengde ruggenmerg, waar zich – jawel - ook het braakcentrum bevindt. Hier worden de binnengekomen ‘evenwichtsboodschappen’ verwerkt, waarna zo nodig een reactie van het lichaam volgt. Indien deze boodschappen niet met elkaar matchen dan is er een coördinatieprobleem in het centrum. Bijvoorbeeld op een stampend schip blijven het labyrint en de spiersensoren aanvankelijk alles correct registreren. Maar de ogen zien wat anders dat hiermee niet klopt. Deze tegenstrijdige informatie veroorzaakt chaos in het verwerkingscentrum, waardoor we duizelig worden en we ons wankel en onzeker gaan bewegen. De spierreflexen van de ademhaling en buikstreek raken van slag. Het braakcentrum wordt geactiveerd waardoor we misselijk worden en zelfs gaan braken. We worden doodmoe, gaan geeuwen en zweten, krijgen hoofdpijn, worden lijkbleek (het zogenaamde ‘er groen uitzien’), de bloeddruk daalt en ook diarree is niet uitgesloten. Zelfs hyperventilatie komt wel eens voor. Kortom we voelen ons dood- en doodziek. Dit hele scala aan klachten hoeft beslist niet voor iedereen op te gaan. Er zijn vele variaties mogelijk. Voor sommigen beperkt zeeziekte zich tot een licht gevoel van misselijkheid of wat hoofdpijn. Na een paar uur ‘inslingeren’ verdwijnen die klachten vanzelf. Anderen moeten één keer overgeven en dan is het leed grotendeels geleden. Toch blijft er een forse groep over die wel degelijk heftige, aanhoudende klachten blijft houden tijdens een groot deel van de reis. Dat geldt voor minstens één op de vier volwassenen. Waarschijnlijk een forse onderschatting omdat watersporters niet erg geneigd zijn toe te geven dat men snel zeeziek wordt. Toch kunnen de meesten van hen ook ingeslingerd raken. Men vermoedt dat slechts een klein deel (ca. 2%) ook dit vermogen tot gewenning mist; zij vormen de groep van de hardnekkig-zeezieken. Verder is duidelijk geworden dat baby’s en kinderen onder de 2 jaar zelden last hebben van zeeziekte, maar oudere kinderen (tot 12 jaar) juist weer meer dan volwassenen. Vrouwen lijken ook wat gevoeliger dan mannen. De keerzijde van de (zeeziekte)medaille is dat als men weer in rustig vaarwater komt, de verschijnselen doorgaans als sneeuw voor de zon verdwijnen. Een ander opmerkelijk fenomeen is het ‘nadeinen’. Dat treedt op als je een wat langere zeereis hebt gemaakt zonder ernstige zeeziekteverschijnselen. Na aankomst in de haven stap je van boord de vaste wal op en je krijgt meteen de sensatie dat de grond onder je voeten op en neer gaat. Dat kan zelfs zo erg worden dat je er kotsmisselijk van wordt. Ik spreek uit ervaring.
Preventieve
maatregelen Anti-emetica Er zijn verschillende typen medicijnen tegen misselijkheid en braken. Ze worden ook wel anti-emetica genoemd, omdat ze de emesis (het Latijnse woord voor braken) tegengaan.
ANTIHISTAMINICA
Als mensen eenmaal zo zeeziek zijn geworden en moeten braken dan is het slikken van antihistaminica-tabletten volstrekt zinloos, want die worden ogenblikkelijk uitgekotst. Ook het plakken van een pleister met scopolamine heeft dan geen zin meer, omdat de werking veel te lang op zich laat wachten. Het enige preparaat dat dan meestal wél werkt is een zetpil met scopolamine. Het probleem is wel dat deze preparaten in Nederland niet meer standaard verkrijgbaar zijn. Ze kunnen echter wel op doktersrecept worden bereid en afgeleverd door een behulpzame apotheek. Doorgaans treedt na een halfuurtje de anti-emetische werking in en voelt men zich een stuk beter. De sufheid en slaperigheid zijn echter heviger dan na de toediening via de pleister, ook is er grote kans dat men wazig gaat zien en een droge mond krijgt. Het advies is om dan maar een paar uurtjes te gaan slapen en in ieder geval geen technische handelingen meer te verrichten zoals het besturen van een boot of het trimmen van de zeilen op een zeilboot. PROKINETICA OVERIGE MIDDELEN Bij zwangerschapsbraken zal men het gebruik van anti-emetica zo veel mogelijk moeten vermijden. Alleen bij zeer ernstig braken kan als eerstekeuze middel cyclizine of meclozine worden gebruikt en metoclopramide als tweedekeuze middel. De kans dat er bij het ongeboren kind afwijkingen ontstaan, is bij deze middelen verwaarloosbaar klein. Van de vele niet-medicamenteuze middelen die zijn onderzocht, is gebleken dat gemberpoeder - afkomstig van de gemberplant (Zingiber offcinale) - een positief effect heeft op misselijkheid ten gevolge van zeeziekte en zwangerschap (ochtendmisselijkheid). Dagelijks gebruik van 1 gram gemberpoeder vroeg in de zwangerschap gaat gepaard met een vijfmaal zo grote kans op verbetering van de misselijkheid dan het gebruik van een placebo (fopmiddel).
Externe links: Peptische aandoeningen Letterlijk betekent ‘peptisch’: de spijsvertering (digestie) betreffend. In de praktijk worden met peptische aandoeningen alle aandoeningen bedoeld die op een of andere manier iets te maken hebben met het zure maagsap. Maagsap bestaat uit een mengsel van zoutzuur en het enzym pepsine. Het is een zeer agressief mengsel dat beschadigingen veroorzaakt in weefsels die normaal gesproken nooit met maagsap in contact komen. Het intacte maagslijmvlies is uiteraard maagzuurbestendig, maar dat geldt niet voor het onderste gedeelte van de slokdarm. Door contact met maagzuur dat wordt opgerispt, zullen irritaties ontstaan. Men spreekt dan van refluxziekte. Het gevolg kan zijn dat de slokdarm wordt beschadigd: refluxoesofagitis. Als het maagslijmvlies op bepaalde plaatsen niet meer geheel intact is, kunnen er door de inwerking van het zure maagsap maagzweren (ulcus ventriculi) ontstaan. Hetzelfde kan in de twaalfvingerige darm - het eerste gedeelte van de dunnedarm - gebeuren. In dat geval spreekt men van duodenumzweren (ulcus duodeni). Bestaat er een ontsteking van het maagslijmvlies, dan noemt men die gastritis. De klachten komen vrijwel altijd overeen met die bij dyspepsie (zie hieronder). Dyspepsie Artsen gebruiken vaak de term dyspepsie. Letterlijk betekent dyspepsie een gestoorde spijsvertering, maar men gebruikt het als verzamelnaam voor allerlei klachten in de bovenbuik: verminderde eetlust, drukkend gevoel in de maagstreek, brandende pijn (zuurbranden) of juist vage pijn, voedseloprispingen en opboeren, misselijkheid en zelfs braken. Ongeveer 30 procent van alle mensen heeft last van dergelijke klachten, zij het in zeer wisselende mate en frequentie. Bij iets meer dan de helft van deze groep kan uiteindelijk een directe oorzaak worden gevonden. In dat geval spreekt men van organische dyspepsie. Meestal gaat het dan om een maagzweer of een dunnedarmzweer, refluxziekte of een zogenaamde luie maag. Bij sommige mensen kan geen echte oorzaak worden gevonden; men spreekt dan van functionele dyspepsie. De term ‘luie maag’ werd vroeger nogal eens gebruikt bij enigszins vage maagklachten (opgeblazen gevoel, oprispingen, soms misselijkheid) die mogelijk verband houden met een vertraagde maaglediging. Zekerheid hierover ontbrak echter. Tegenwoordig wordt de oorzaak in de meeste gevallen toegeschreven aan overdadig voedselgebruik, ‘stress’ of een onregelmatige leefwijze. De klachten kunnen vaak zonder geneesmiddelen worden behandeld. Zo kan men vaker lichte maaltijden (kleine porties) nuttigen, in plaats van enkele stevige maaltijden per dag. Verder moeten veel vet, mousserende dranken, alcohol en sterke koffie worden vermeden. Niet roken, het vermijden van ‘stress’ en een regelmatige leefwijze zijn eveneens van belang. Als men ook klachten over misselijkheid heeft, kan het anti-emeticum domperidon (merkloos, Motilium®) worden gegeven, zie misselijkheid en braken hierboven. Maag-darmzweren De klachten bij maag-darmzweren – in het medische jargon heten ze
peptische ulcera, maar meestal worden ze gewoon maagzweren genoemd – zijn
ernstiger dan die bij dyspepsie of bij een ‘luie maag’, en bestaan uit
zuurbranden, vaak vooral na het eten, maar soms juist bij een lege maag en vaak
ook ’s nachts, een knagend gevoel in de maagstreek, opboeren, misselijkheid en
braken. Het drinken van melk kan de klachten tijdelijk verminderen, terwijl
sommige voedings- (scherpe spijzen) of genotsmiddelen (koffie, alcohol, roken)
de klachten juist verergeren.
Een geheel andere oorzaak van maag-darmzweren is het intensieve gebruik van bepaalde pijnstillers, zoals acetylsalicylzuur (onder andere Aspirine®) en de zogenaamde NSAID’s. Deze medicijnen worden nogal eens bij reumatische aandoeningen gebruikt (zie ook bijwerkingen van NSAID's in de sectie 'Pijn en Pijnbestrijding'). Vooral oudere mensen zijn zeer gevoelig voor deze nare bijwerking. Daarnaast is bekend dat roken een grote invloed heeft op het ontstaan van maag-darmzweren. Vroeger bestond de behandeling van maag(-darm)zweren voornamelijk uit strenge dieetmaatregelen met veel melk en pap. Doordat er intussen effectieve medicijnen beschikbaar zijn gekomen, is een dieet tegenwoordig niet meer nodig. Voedsel dat niet goed verdragen wordt, moet in ieder geval worden vermeden, evenals alcohol en veel koffie. Het roken moet beslist worden gestaakt (roken stimuleert de maagzuursecretie!). Refluxziekte Refluxziekte is het gevolg van terugstromend maagzuur (in de richting van de
mond) dat het onderste gedeelte van het slokdarmslijmvlies kan aantasten (refluxoesofagitis).
De sluitspier van de slokdarm is om onbekende reden niet meer zo effectief. De
klachten kunnen in principe dezelfde zijn als bij dyspepsie en maag-darmzweren,
maar ze ontstaan vooral bij liggen, bukken, tillen of persen. Soms kunnen
patiënten met deze aandoening veel klachten voorkómen door een aantal eenvoudige
regels: kleine maaltijden frequent over de dag verspreid is beter dan één of
twee omvangrijke maaltijden, niet gaan slapen met een volle maag, hoofdeinde van
het bed op klossen van 15 à 25 cm zetten, bukken, tillen en persen vermijden,
vette of gebakken spijzen, alcohol, uien, knoflook en chocolade vermijden.
Maagzuurremming en verbetering van de maagontlediging door medicijnen kunnen
tamelijk effectief zijn om de klachten te verminderen.
Medicijnen bij peptische aandoeningen
Antacida
Maagzuurremmers Cimetidine (merkloos) was het eerste middel met deze werking, een zogenaamde H2-antagonist (de H staat voor histamine, een lichaamseigen stof die - behalve andere functies - ook een belangrijke rol speelt bij de maagzuurproductie). Na de introductie in 1977 werd het al vrij snel het meest gebruikte geneesmiddel in de westerse wereld. Daarna kwamen ook andere H2-antagonisten op de markt, zoals famotidine (merkloos) en nizatidine (Axid®); ranitidine (merkloos, Zantac®) is nog steeds de bekendste. Ze zijn het effectiefst als ze na het avondeten of voor het naar bed gaan worden ingenomen in een éénmalige dosis. Als er eventueel bijwerkingen optreden, zijn die erg weinig frequent en meestal mild (diarree of obstipatie, vermoeidheid, hoofdpijn, duizeligheid, spierpijn); ze verdwijnen doorgaans na korte tijd. In de jaren negentig van de vorige eeuw zijn er ook middelen op de markt gekomen die nog sterker en sneller de maagzuurproductie remmen, de zogenaamde protonpompremmers (protonpomp slaat op zuurproductie). Omeprazol (merkloos, Losec®, Losecosan®, Omecat®) is de bekendste, andere middelen zijn esomeprazol (merkloos, Nexium®), lansoprazol (merkloos, Prezal®), pantoprazol (merkloos, Pantozol®) en rabeprazol (merkloos, Pariet®). Ze worden voornamelijk voorgeschreven bij peptische aandoeningen die met veel (pijn)klachten gepaard gaan, dus vooral bij maag-darmzweren en refluxziekte. Een andere indicatie is het voorkómen van maag-darmzweren tijdens intensief gebruik van pijnstillers van het type NSAID (zie ook bijwerkingen van NSAID's in de sectie 'Pijn en Pijnbestrijding'). Meestal wordt dan omeprazol voorgeschreven. Ook bij deze groep van maagzuurremmers zijn de eventuele bijwerkingen mild (soms wat hoofdpijn, verder maag-darmklachten in de vorm van misselijkheid, diarree, winderigheid) en gaan meestal na korte tijd over. Er zijn ook medicijnen die het slijmvlies beschermen tegen de inwerking van maagzuur, zogenaamde mucosaprotectiva. Ze vormen namelijk een beschermende laag over de aangetaste plek, waardoor de invloed van het zure maagsap kleiner wordt. In Nederland zijn twee middelen met deze werking voor deze toepassing geregistreerd: sucralfaat (merkloos) en alginezuur/antacida (Gaviscon®, Gaviscon Duo®). Deze medicijnen worden tegenwoordig niet zo vaak meer gebruikt omdat de bovengenoemde maagzuurremmers veel effectiever zijn. Een ander middel dat het maag-darmslijmvlies beschermt tegen de inwerking van maagzuur is misoprostol (Cytotec®). Dit middel wordt uitsluitend voorgeschreven ter preventie van maag-darmzweren bij mensen die chronisch NSAID's - dit zijn ontstekingsremmende pijnstillers - moeten slikken vanwege pijnlijke, reumatische aandoeningen en die een verhoogd risico hebben op het krijgen van dergelijke (door NSAID’s veroorzaakte) maag-darmzweren (zie ook bijwerkingen van NSAID's in de sectie 'Pijn en Pijnbestrijding'). Diarree is een frequente bijwerking van misoprostol.
Keerzijde van de
maagzuurremmers Dat het gebruik van protonpompremmers de spuigaten uitloopt, daar zijn de medische opinieleiders het zo langzamerhand wel over eens. Naar schatting blijkt minstens de helft van de chronische gebruikers deze middelen te slikken zonder dat er een betrouwbare diagnose is gesteld die dat gebruik rechtvaardigt, zowel in de eerste lijn (via de huisarts) als in de tweede lijn (via de specialist in het ziekenhuis). Overigens ook buiten het officiële medische circuit kunnen patiënten die vage bovenbuiksklachten hebben, deze middelen slikken, omdat ze in een lagere dosis nu ook zonder recept (dus via de drogist of de supermarkt) verkrijgbaar zijn. Dat er een gigantische overconsumptie van protonpompremmers is kunnen ontstaan heeft volgens hoofdredacteur Yvo Smulders van het Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde mogelijk te maken met het beeld dat zowel bij patiënten als bij artsen is ontstaan dat 'maagzuur slecht is en alleen maar klachten en ellende oplevert'. Daarbij wordt vergeten dat de maagzuurproductie van groot belang is voor de spijsvertering en de opname van mineralen en andere essentiële stoffen uit onze voeding. De aanwezigheid van maagzuur in de maag vormt tevens een belangrijke barrière tegen schadelijke micro-organismen (virussen, bacteriën, parasieten) die het lichaam binnenkomen via de mond en de slokdarm. Het is naïef te denken dat we straffeloos langdurig natuurlijke lichaamsprocessen - zoals remming van de maagzuurproductie - kunnen ontregelen zonder ons druk te hoeven maken over de gevolgen, aldus professor Smulders, internist. Maar hoe nu om te gaan met langdurig gebruik van deze middelen? Verstandig is om het probleem in ieder geval aan te kaarten bij de voorschrijvende arts. Daarbij moet dan de vraag op tafel komen of het nog nodig is om de behandeling met een protonpompremmer te continueren. In een flink aantal gevallen zal dat niet zo zijn omdat zoals gezegd de indicatie lang niet altijd duidelijk of domweg niet aanwezig is. Maar meteen radicaal stoppen met zo'n middel is beslist niet gemakkelijk. Vaak treedt dan een zogenaamd 'reboundeffect' op, dat wil zeggen dat na het stoppen met de medicatie de maagklachten terug kunnen keren al dan niet in verhevigde mate doordat de maag 'reactief' meer zuur produceert. Zo'n reboundeffect kan twee tot vier weken duren. Om tijdens zo'n periode niet al teveel te hoeven afzien wordt geadviseerd het gebruik van de protonpompremmer stapsgewijs af te bouwen over een periode van drie weken: de eerste twee weken één halve dosis per dag en in de derde week elk twee dagen één halve dosis. Als er tijdens deze afbouwperiode toch nog veel maagklachten optreden, kunnen die met een antacidum (zie hierboven) worden bestreden.
Antibiotica
Externe links: |