Terug

MEDICIJNEN  op  MAAT

 HomeAlgemeenZiektenMedicijnen

NIEREN  &  URINEWEGEN

INLEIDING

INHOUD

Bouw  en  functie
Nieraandoeningen


Bouw 
en  functie

De nieren zijn boonvormige organen, die hoog in de buikholte aan weerszijden van de wervelkolom liggen. De nier bevat behalve veel bloedvaten een complex stelsel van kleine buizen, kanalen (nefronen) en verzamelbuizen, die uiteindelijk allemaal uitmonden in de urinewegen (urineleider, blaas en urinebuis). Eigenlijk is een nier te vergelijken met een filtratieapparaat, waarbij bloed wordt gefiltreerd en ontdaan van allerlei zouten, afvalstoffen en overtollig water. Per minuut wordt ongeveer 1,2 liter bloed gefiltreerd. De genoemde producten verlaten het lichaam als urine.

Een van de belangrijkste functies van de nieren is de regulatie van de zout- en waterhuishouding in het lichaam. De zoutconcentraties in het bloed en het totale bloedvolume zijn volledig afhankelijk van de nieren. De hormonen renine, angiotensine en aldosteron (in het zogenoemde 'RAAS' = Renine-Angiotensine-Aldosteron-Systeem) spelen hierbij een belangrijke rol en hebben daardoor ook veel invloed op de bloeddrukregulatie (zie ook de sectie 'Bloed & Bloedsomloop').

Samen met de lever spelen de nieren een belangrijke rol bij het verwijderen van onbruikbaar geworden stoffen uit de stofwisseling. Dat doen ze eveneens bij het verwijderen van lichaamsvreemde stoffen die via de ademhaling of de voeding het lichaam zijn binnengekomen. Veel geneesmiddelen worden – al of niet na omzetting in de lever – via de nieren met de urine uitgeplast.

Behalve de reeds genoemde hormonen, die van belang zijn voor de bloeddrukregulatie, produceren de nieren een ander belangrijk hormoon. De officiële naam van dit hormoon is erytropoëtine, maar in kringen van topsporters en in de media spreekt men meestal van EPO (de afkorting van epoëtine, de naam van erytropoëtine als geneesmiddel; zie ook de sectie 'Van Voeding tot Doping'. Erytropoëtine heeft een belangrijke functie bij de aanmaak van rode bloedcellen (erytrocyten). Een tekort aan dit hormoon als gevolg van een nierziekte leidt tot bloedarmoede (anemie), doordat het bloed te weinig rode bloedcellen bevat.


De nieren en de urinewegen.

Nieraandoeningen

Er zijn vele aandoeningen van de nieren en de urinewegen bekend. De klachten en symptomen die het gevolg van deze aandoeningen zijn, lopen nogal uiteen en zijn afhankelijk van het type aandoening en van de functie van het nierweefsel dat erbij betrokken is. Pijn en koorts kunnen het gevolg zijn van een infectie (nierbekkenontsteking) of van een niersteen die in de urineleider terechtkomt. Bloed in de urine (hematurie) kan het gevolg zijn van een blaas- of niertumor, maar kan ook een geheel andere oorzaak hebben, bijvoorbeeld een niersteen, een blaasontsteking (cystitis) of een nierontsteking (nefritis).

Een toe- of afgenomen urineproductie geeft aan dat er iets mis kan zijn met de nieren of met de urinewegen. Doorgaans plassen de meeste mensen overdag vier- tot zesmaal, hetgeen meestal neerkomt op 0,75 tot 2 liter per dag. Loopt het urinevolume op tot meer dan 2,5 liter, dan kan dat erop wijzen dat de nieren de urine niet kunnen concentreren. Dat kan het geval zijn bij veel nierziekten, maar kan ook worden veroorzaakt door een aandoening die buiten de nieren ligt, bijvoorbeeld diabetes (suikerziekte) (besproken in het onderdeel 'Diabetes' in de sectie 'Hormonen & Stofwisseling') en wordt dan diabetische nefropathie genoemd. Te vaak plassen zonder dat de totale dagelijkse hoeveelheid urine toeneemt, wijst vaak op een blaasontsteking of op geïrriteerde urinewegen door bijvoorbeeld een (nier)steen of zelfs een tumor. Bij oudere mannen is de meest voorkomende oorzaak een vergrote prostaat. Als er daarentegen langdurig minder dan 0,25 liter urine per dag wordt geproduceerd, hopen afvalproducten van de stofwisseling zich op in het bloed, met uiteindelijk ernstige gevolgen. Een dergelijke lage urineproductie kan wijzen op een nierinsufficiëntie. Dat wil zeggen dat er een abnormale toestand is ontstaan, waarbij de nieren onvoldoende in staat zijn giftige afvalstoffen uit het lichaam te verwijderen. Nierinsufficiëntie kan vele oorzaken hebben. Sommige oorzaken leiden tot een snelle afname van de nierfunctie (acute nierinsufficiëntie), terwijl door andere oorzaken de nierfunctie geleidelijk afneemt (chronische nierinsufficiëntie). Acute nierinsufficiëntie kan meestal met succes worden behandeld door de directe oorzaak aan te pakken. Chronische nierinsufficiëntie is veel moeilijker te behandelen. Als de nierfunctie minder dan 10 procent van normaal is geworden, spreekt men van nierfalen. Om de patiënt dan nog in leven te houden, is een nierfunctievervangende behandeling noodzakelijk. Dat betekent vrijwel altijd dialyse, een verzamelnaam voor verschillende technieken waarbij de afbraakproducten en het overtollige vocht uit het lichaam worden verwijderd. In veel gevallen wordt dialyse gevolgd door een niertransplantatie.

Hoge bloeddruk kan het gevolg zijn van een nierziekte waarbij de regulatie van de mineraal- en waterhuishouding tekortschiet. Dat is het geval bij 5 tot 10 procent van de mensen die een te hoge bloeddruk hebben. Men spreekt dan van renale hypertensie. De nieren kunnen de bloeddruk op verschillende manieren verhogen. In grote lijnen komt het erop neer dat er veranderingen ontstaan in de zoutuitscheiding en in het vochtvolume van het lichaam, vaak het gevolg van een toename in de activiteit van het 'RAAS' (renine-angiotensine-aldosteron-systeem, zie ook bloeddrukregulatie in de sectie 'Bloed & Bloedsomloop'). Vaak blijkt de hoge bloeddruk te worden veroorzaakt door een combinatie van deze mechanismen. Behalve dat (indien mogelijk) de oorzaak van de hoge bloeddruk moet worden weggenomen, zal de bloeddruk moeten worden verlaagd tot normale waarden. Gebeurt dat niet, dan kunnen andere organen (hart, hersenen) op den duur grote schade oplopen. Plaspillen (diuretica) en stoffen die het 'RAAS' beïnvloeden (ACE-remmers en sartanen), zijn vanwege hun werkingsmechanisme in de nieren (zie ook bloeddrukverlagers in het onderdeel 'Hoge bloeddruk' in de sectie 'Bloed & Bloedsomloop') de bloeddrukverlagers van keuze.

Behalve bloed kan de urine ook te veel eiwit (proteïnurie) bevatten. Meestal is dan de filtratiefunctie van de nieren (tijdelijk of permanent) verstoord. Bij een permanent sterk verhoogde eiwitconcentratie in de urine spreekt men van het nefrotisch syndroom. Dit is een complexe aandoening waarbij naast een groot eiwitverlies via de urine vele andere ernstige verschijnselen (onder andere oedeem) voorkomen. Het nefrotisch syndroom kan worden veroorzaakt door nogal uiteenlopende ziekten die de nieren aantasten, maar bijvoorbeeld ook door geneesmiddelen die giftig zijn voor de nieren.

In de volgende secties wordt de behandeling van de meest voorkomende nier- en urinewegaandoeningen besproken: nierstenen, incontinentie en andere plasproblemen en urineweginfecties. De behandeling van andere nierziekten, zoals het nefrotisch syndroom of nierinsufficiëntie, is doorgaans zo complex en gespecialiseerd dat een bespreking daarvan niet in deze website thuishoort.

Steun 'Medicijnen op Maat':  een  OPROEP !

Externe links:
     https://www.nierstichting.nl/nieren (Nierstichting)
     https://www.apotheek.nl (Apotheek.nl; KNMP)
     https://www.farmacotherapeutischkompas.nl (Farmacotherapeutisch Kompas)

Terug