Wekedelenreuma
ziektebeeld Spierreuma of polymyalgia rheumatica, afgekort PMR, is een syndroom met ontstekingen aan bepaalde groepen spieren. Polymyalgie betekent pijn in meerdere spieren, terwijl rheumatica op een op reuma gelijkend ziektebeeld wijst. De diagnose wordt na uitsluiting van andere, vaker voorkomende ziekten meestal gesteld aan de hand van symmetrische spierpijnen in schouders, heupen en bovenbenen, in combinatie met een verhoogde bloedbezinkingssnelheid (BSE). Spierreuma komt vrijwel uitsluitend voor bij mensen ouder dan 50 jaar, iets vaker bij vrouwen dan bij mannen. De precieze oorzaak van de spierpijn bij PMR is onbekend, men vermoedt dat ontstoken slagaderen (arteritis) in de spieren de pijn veroorzaken, of dat de spierpijn indirect wordt veroorzaakt door ontstoken gewrichten (artritis). Monsters van spierweefsel van PMR-patiënten vertonen geen afwijkingen. Medicatie Spierreuma is te bestrijden met orale corticosteroïd-preparaten prednison (merkloos) of prednisolon (merkloos, Prednisolon FNA) in de vorm van een capsule of tablet. Dit zijn krachtige ontstekingsremmers en immuunsuppressiva (zie ook bijnierschorshormonen in de sectie 'Hormonen & Stofwisseling'). Als de juiste startdosis (die soms behoorlijk hoog moet zijn) wordt gegeven, kunnen de klachten soms na twee à drie dagen al flink verminderen. Afhankelijk van de resterende klachten kan na enkele weken de dagelijkse dosis wat verminderd worden. Toch kunnen er dan ook weer opvlammingen optreden zodat de dosering weer wat omhoog moet. Al met al duurt zo'n kuur met prednison of prednisolon vaak wel een jaar maar ook wel eens langer, meestal totdat de bloedbezinkingssnelheid (BSE) gedurende enige tijd weer normaal is. Als de spierreuma niet weg is na de kuur, zal de patiënt de rest van zijn/haar leven prednison of prednisolon moeten slikken. Een latente stijfheid blijft vaak aanwezig, doch hiermee is doorgaans zonder medicatie te leven. Regelmatige beweging: wandelen, fietsen, zwemmen en eventuele fysiotherapeutische begeleiding maken een en ander draaglijk. Aangezien bij langdurig gebruik van prednison of andere corticosteroiden vaak botontkalking (osteoporose) optreedt, is het aan te raden in voorkomend geval preventief al extra calcium, vitamine D en bisfosfonaten te geven om dit tegen te gaan (zie ook botontkalking' in de sectie 'Hormonen & Stofwisseling'). Ook andere bijwerkingen kunnen bij langdurig gebruik optreden (zie ook bijwerkingen in het onderdeel 'Corticosteroïden' in de sectie 'Hormonen & Stofwisseling'). Het is dan zaak een minimale onderhoudsdosering te zoeken om het ziekteproces onder controle te houden. Of de voordelen van corticosteroïden opwegen tegen de nadelen, hangt natuurlijk vooral af van de ernst van het ziektebeeld, maar ook van de kennis en de ervaring van de behandelend arts. Een mogelijk alternatief voor prednison of prednisolon vormt methotrexaat (merkloos, Ebetrex®, Emthexate®, Injexate®, Metoject®, MTX), een middel dat ook bij ernstige gewrichtsreuma effectief is. De eerlijkheid gebiedt te vermelden dat dit middel nog niet zo vaak bij spierreuma is toegepast, maar de verwachting op goede resultaten is hoog. Het wordt voorlopig nog alleen gegeven als blijkt dat de klachten steeds weer terugkomen of dat het niet lukt de doses van prednison of prednisolon voldoende te verlagen, zodat de patiënt veel te lang te hoge doseringen moet gebruiken. Methotrexaat kan zowel via de mond (oraal) doorgaans 1-3 keer per week of per injectie (intramusculair dus in een spier, één keer per week) door de patiënt zelf worden toegediend. Indien nauwkeurig gedoseerd vallen de bijwerkingen meestal wel mee. Maag-darmstoornissen, afwijkende leverwaarden en bloedafwijkingen zijn de meest voorkomend bijwerkingen. Daarnaast kunnen ontstekingen van het mondslijmvlies (stomatitis) en huidreacties optreden na gebruik van methotrexaat.
Externe links:
ziektebeeld Er bestaat vrijwel geen ziektebeeld waarover in medische kringen meer discussie en verwarring bestaat dan fibromyalgie. Letterlijk betekent dit bindweefsel- en spierpijn. Sommige medici ontkennen zelfs het bestaan van deze ziekte. Toch komen de klachten die hiermee verband houden bij 1 tot 5 procent van de bevolking voor, het meest bij personen tussen 35 en 50 jaar en in overgrote meerderheid bij vrouwen. De klachten bestaan uit chronische pijn en stijfheid in verschillende delen van het bewegingsapparaat. Bij lichamelijk onderzoek worden geen afwijkingen gevonden, met uitzondering van de zogenoemde drukpunten. Bij het aanraken van deze plaatsen – meestal in de buurt van spieraanhechtingen – wordt hevige pijn gevoeld. Medicatie De behandeling is
erop
gericht de vicieuze cirkel pijn – stress – spierspanning – pijn te doorbreken.
Dat lukt
soms met warmtetherapie en massage. Behandeling met eenvoudige pijnstillers als
paracetamol
(merkloos, Panadol®, Pinex®)
of met wat sterker werkende, ontstekingsremmende pijnstillers van het type NSAID’s
(zie ook kleine pijnstillers
& NSAID's in het onderdeel 'Pijnstillers' in de sectie 'Pijn &
Pijnbestrijding') is over het algemeen teleurstellend. Met de combinatie van het
NSAID naproxen (merkloos, Aleve®) en het
antidepressivum amitriptyline (merkloos),
zie ook depressieve
stoornissen in de sectie 'Hersenen & Zenuwstelsel'), wordt nog het beste resultaat behaald.
In plaats van amitriptyline wordt ook wel eens een ander type
antidepressivum voorgeschreven namelijk duloxetine (merkloos, Cymbalta®,
Xeristar®). Ook met dit middel is succes niet gegarandeerd. Als na enkele
weken deze therapie onvoldoende effect heeft of teveel bijwerkingen (voor meer
details zie
bijwerkingen
in het onderdeel 'Depressieve Stoornissen' in
de sectie 'Hersenen & Zenuwstelsel') veroorzaakt, moet deze medicatie
worden gestaakt.
Externe links:
Slijmbeursontsteking en pees(schede)ontsteking ziektebeeld Een slijmbeurs vermindert de wrijving die ontstaat door bewegingen van spieren en pezen over elkaar en over benige uitsteeksels. Een slijmbeursontsteking (bursitis) komt het frequentst voor in de schouder, heup, elleboog of knie. De meest voor de hand liggende behandeling is rust, omdat de ontsteking meestal het gevolg is van overbelasting. Genezing door rust kost tijd, soms heel veel tijd, en dus zoekt men naar andere mogelijkheden. Pijnstillers (zie ook kleine pijnstillers & NSAID's in het onderdeel 'Pijnstillers' in de sectie 'Pijn & Pijnbestrijding') en/of fysiotherapie is dan een optie, maar ook daar is soms veel tijd mee gemoeid. Medicatie Met een lokale corticosteroïdinjectie (zie ook het onderdeel 'Corticosteroïden' in de sectie 'Hormonen & Stofwisseling') is de ontsteking ook te genezen, en meestal vrij snel. In de slijmbeurs wordt dan een kleine hoeveelheid van een corticosteroïdpreparaat gespoten, samen met een lokaal verdovend middel. De huidige preparaten zijn: betamethason (Celestone®), dexamethason (merkloos, Oradexon®), methylprednisolon (Depo-Medrol®), prednisolon (merkloos, Di-Adreson-F aquosum®) en triamcinolonacetonide (Kenacort-A®). Als het middel op de juiste plaats belandt, werkt het snel. Patiënten kunnen dan na een paar uur het gewricht al weer zonder pijn bewegen. Meestal is één injectie voldoende om er helemaal van af te zijn. De kans op bijwerkingen is klein, omdat er slechts een geringe hoeveelheid corticosteroïd wordt ingespoten. Wél moet de arts precies weten hoe en waar de injectie moet worden toegediend, zodat de stof op de juiste plaats terechtkomt. Een pees- of peesschedeontsteking (tendinitis of tendovaginitis) is meestal ook het gevolg van overbelasting. Veelvoorkomende lokalisaties zijn schouder, pols, elleboog (vooral de zogenoemde tenniselleboog) of achillespees. De behandeling is vrijwel dezelfde als die bij een slijmbeursontsteking: rust, fysiotherapie, eventueel pijnstillers. De indruk bestaat dat lokale corticosteroïdinjecties wat minder effectief zijn.
Externe links: |