PIJN
& PIJNBESTRIJDING
PIJNSTILLERS
Principes
van Pijnbestrijding
Pijn kan op vele manieren worden bestreden, niet
alleen met medicijnen, maar ook met vele andere behandelingsmethoden. De meest
voor de hand liggende manier is het wegnemen van de oorzaak van de pijn. Zo kan
kiespijn het effectiefst worden bestreden door een tandheelkundige behandeling.
Keelpijn gaat meestal na enige dagen vanzelf over. Bij de meeste mensen is
hoofdpijn na een goede nachtrust verdwenen. Om pijnlijke gezwellen of abcessen
te verwijderen, worden operatieve ingrepen uitgevoerd. Fysiotherapie kan heel
nuttig zijn bij pijnlijke aandoeningen van het bewegingsapparaat (spieren en
gewrichten). Acupunctuur (erg twijfelachtig!), TENS ('transcutane elektrische
zenuwstimulatie')en psychotherapie kunnen soms
bij chronische vormen van pijn worden toegepast.
Pijn kan met behulp van medicijnen op vele plaatsen
en niveaus worden bestreden, vanaf de pijnopwekking tot aan de pijnbeleving en
het ontstaan van pijngedrag. Het gaat in principe om de volgende mogelijkheden:

-
Kleine pijnstillers en
NSAID's; de pijnstillende werking gaat gepaard met een
koortsverlagende werking of een ontstekingsremmende werking (NSAID's). Deze
stoffen remmen de pijnprikkels op het niveau van de door weefselbeschadiging
opgewekte pijnmediatoren.
-
Lokale anesthetica. Deze stoffen
veroorzaken een plaatselijke verdoving door de voortgeleiding van de
pijnprikkels in de zenuwbanen te blokkeren. Als een dergelijke blokkade
wordt toegepast in de buurt van de plaats waar de pijn wordt opgewekt,
spreekt men van een plaatselijke verdoving, bijvoorbeeld bij een
tandheelkundige ingreep. Wordt een blokkade in het ruggenmerg toegepast, dan
spreekt men van een spinale zenuwblokkade. Door een dergelijke
blokkade kunnen grote delen van het lichaam tijdelijk gevoelloos worden
gemaakt, zodat ingrijpende operaties kunnen worden uitgevoerd, zonder dat de
patiënt buiten kennis is zoals bij een volledige narcose.
-
Sterke pijnstillers, ook wel ‘centraal
werkende’ of ‘narcotische analgetica' genoemd. Meestal
gaat het om van opium afgeleide stoffen: opiaten of
opioïden. Deze stoffen beïnvloeden de pijnbanen in het
ruggenmerg en de hersenen. Bovendien hebben ze invloed op stemming, angst en
emotie.
-
Antidepressiva (middelen tegen
depressies), antipsychotica (middelen tegen
psychosen) en
anxiolytica (kalmerende middelen tegen
angst) kunnen
de emotionele en psychische verwerking van pijn beïnvloeden (zie ook de
sectie 'Hersenen & Zenuwstelsel'). Bovendien hebben antidepressiva,
maar ook bepaalde anti-epileptica (middelen tegen
epilepsie), een eigen pijnstillende werking op bepaalde typen
pijn, zoals brandende sensaties bij
gordelroos.
-
Algemene
anaesthetica. Deze middelen worden uitsluitend gebruikt om een
patiënt onder narcose te brengen, zodat ingrijpende operaties kunnen worden
uitgevoerd zonder dat de patiënt daar iets van voelt of merkt.
Hieronder worden alleen de kleine
pijnstillers, de ontstekingsremmende pijnstillers -
meestal NSAID's genoemd - en
de sterke pijnstillers (opiaten/opioïden) besproken. In het medisch jargon worden
pijnstillers ook wel analgetica genoemd (afgeleid van het Griekse
woord algesie, dat pijn betekent; analgesie betekent dus het
ontbreken van pijn). Men moet zich goed realiseren dat pijnstillers wél de pijn,
maar niet de oorzaak van de pijn kunnen wegnemen. De indruk bestaat dat
pijnstillers veel te vaak worden gebruikt. Er zijn zelfs mensen die eraan
verslaafd zijn. In principe mogen deze middelen slechts tijdelijk worden
gebruikt. Uitzonderingen zijn uiteraard de behandelingen van pijn bij kanker,
reuma, botontkalking enzovoort.

Stroomdiagram bij
pijnbestrijding.
Kleine pijnstillers & NSAID's
De naam 'kleine' pijnstiller heeft te maken met het gegeven
dat deze stoffen werkzaam zijn bij bepaalde typen niet al
te hevige pijn, zoals hoofdpijn, kiespijn, spierpijn en menstruatiepijn. Ruim
een eeuw geleden, om precies te zijn in 1899, bracht de Duitse
kleurstoffenfabrikant Bayer als eerste de pijnstiller
acetylsalicylzuur op de markt, beter bekend als Aspirine®. Het was
het eerste geneesmiddel ter wereld dat geheel langs chemische weg was bereid.
Het zou het meest gebruikte geneesmiddel ter wereld worden. Miljoenen mensen met
hoofd-, spier- of gewrichtspijn hebben sindsdien baat gevonden bij de
pijnstillende werking van aspirine. Ook tegen koorts en reumatische
aandoeningen bleek het middel werkzaam te zijn. Door de komst van andere
pijnstillers met betere eigenschappen, zoals paracetamol en ibuprofen,
werd aspirine als pijnstiller naar het tweede plan verwezen. Toch is de
rol van dit middel nog lang niet uitgespeeld, omdat onderzoek heeft uitgewezen
dat aspirine de kans op het krijgen van een hartinfarct of een beroerte
kan verkleinen (zie ook het onderdeel trombose in de sectie 'Bloed
& Bloedsomloop').
Bovendien is gebleken dat het dagelijks gebruik van aspirine een
preventief effect heeft op het krijgen van
dikkedarmkanker (zie het
onderdeel 'Kanker-in-Vogelvlucht' in de sectie 'Kanker').
Werking
Hoewel aspirine en andere kleine pijnstillers en
NSAID's al heel
lang worden gebruikt, heeft het tot de jaren zeventig van de vorige eeuw geduurd
voordat men enigszins begreep hoe deze stoffen pijn verminderen. Ze blijken de
vorming van een belangrijke groep lichaamseigen stoffen, de zogenoemde
prostaglandinen, te remmen. Deze hormoonachtige stoffen hebben een aantal
belangrijke biologische functies in het lichaam. Sommige spelen een rol bij
pijn, koorts en ontsteking, andere prostaglandinen vooral bij het klonteren van
bloedplaatjes. Na weefselbeschadiging blijkt dat er prostaglandinen van het
E-type en een andere belangrijke pijnmediator (bradykinine) worden
gevormd en hevige, plaatselijke pijn kunnen veroorzaken. Dit gaat gepaard met
ontstekingsachtige verschijnselen als roodheid en zwelling. Remming van de
productie van deze prostaglandinen door aspirine en NSAID's zorgt ervoor dat de pijn afneemt en ook de
ontstekingsverschijnselen verminderen.

Vooral de gunstige werking op ontstekingsverschijnselen heeft ertoe geleid dat
dit type pijnstillers vaak wordt toegepast bij reumatische
klachten. Door artsen worden ze bij voorkeur NSAID’s
genoemd, afgeleid van het Engelse ‘non-steroidal antiinflammatory drug’
ofwel ‘niet-hormonale ontstekingsremmer’ (deze benaming geeft tevens aan
dat er ook hormonale ontstekingsremmers zijn, namelijk de
corticosteroïden; zie ook het onderdeel
bijnierschorshormonen
in de sectie 'Hormonen & Zintuigen').
Tot de bekendste NSAID’s
behoren diclofenac (merkloos, Cataflam®, Voltaren®, Voltaren K®), ibuprofen (merkloos,
Advil®,
Brufen®, Nurofen®, Sarixell®, Spidifen®, Zafen®), naproxen (merkloos,
Aleve®) en indometacine (merkloos). Andere, minder bekende
NSAID's zijn: aceclofenac (merkloos, Biofenac®), dexketoprofen (Stadium®),
ketoprofen (Rilies®), meloxicam (merkloos), nabumeton (merkloos,
Mebutan®),
piroxicam (merkloos) en tiaprofeenzuur (Surgam®).
Voor lokaal gebruik in de mondholte is flurbiprofen (merkloos,
Strepfen®) - als zuigtablet of keelspray - verkrijgbaar ter verlichting van
keelpijn bij volwassenen en kinderen vanaf 12 jaar.
Eigenlijk behoort acetylsalicylzuur (merkloos,
Alka-Seltzer®,
Aspirine®, Aspro®) en zijn calciumzout carbasalaatcalcium (merkloos,
Ascal®)
ook tot de groep van de NSAID's. Het hangt vooral van de hoogte van de dosering af of
naast pijnstilling ook de
ontstekingsremmende werking optreedt. Dit gaat niet op voor paracetamol (merkloos, Daro
Paracetamol®, Kinderparacetamol®, Panadol®,
Pinex®, Sinaspril Paracetamol®);
anders dan de NSAID's heeft paracetamol vooral een
pijnstillende en dus geen ontstekingsremmende
werking!
Behalve pijnstillend werkt paracetamol – evenals aspirine en alle
andere NSAID’s – ook koortsverlagend. Paracetamol
wordt in allerlei combinaties ook vaak als griepmiddel
aangeprezen. Dat is behoorlijk misleidend, omdat de griep zelf niet wordt
beïnvloed. Alleen de pijn en de koorts worden bestreden, waardoor men zich wat
minder beroerd voelt. Veel artsen vinden overigens dat je de koorts beter niet
kunt bestrijden, omdat koorts een belangrijk afweermechanisme is in de strijd
tegen een (virale) infectie.
De bekendste - maar misschien niet de meest zinvolle - vaste
combinatiepreparaten zijn: acetylsalicylzuur/paracetamol/coffeïne (merkloos,
APC, Excedrin®) en paracetamol/propyfenazon/coffeïne
(Daro Hoofdpijnpoeder®, Paradon®, Sanalgin®, Saridon®).
Bijwerkingen
Paracetamol, aspirine en carbasalaatcalcium zijn
zonder recept verkrijgbaar evenals de hierboven genoemde combinatiepreparaten. Dat komt natuurlijk vooral omdat met deze middelen
weinig problemen te verwachten zijn. Dat geldt in het bijzonder voor
paracetamol. Dit middel veroorzaakt vrijwel nooit maag-darmklachten en kan
ook veilig worden gebruikt door mensen die antistollingsmedicijnen
(‘bloedverdunners’) gebruiken. Diclofenac, ibuprofen
en naproxen zijn alleen in de lagere doseringen zonder recept te
verkrijgen.
De andere vrij verkrijgbare pijnstillers hebben meer nadelen dan paracetamol.
Aspirine en carbasalaatcalcium mogen alleen worden ingenomen in opgeloste vorm – dus in een glas
water of melk – omdat het anders schadelijker is voor de maag. Aspirine mag
niet worden gebruikt: - bij menstruatiepijn; - als men een ingrijpende tandheelkundige
behandeling moet ondergaan; - gedurende tien dagen vóór een operatie.
Ook voor mensen die antistollingsmiddelen (‘bloedverdunners’)
gebruiken, is aspirine taboe, omdat bij gebruik van dit middel eventuele
bloedingen minder snel stoppen! Overigens heeft deze bijwerking ertoe geleid dat
aspirine tegenwoordig voor heel andere doeleinden wordt toegepast dan
alleen voor pijnstilling. Aspirine is bijvoorbeeld erg belangrijk
geworden voor mensen met een verhoogd risico op een
herseninfarct (beroerte) of
een hartinfarct. Het risico op deze uiterst gevaarlijke aandoeningen kan worden
verminderd door dagelijks aspirine te slikken. De werkzame dosis is dan
zo laag dat pijnstilling niet optreedt en dat de kans op de gebruikelijke bijwerkingen
veel kleiner is (voor meer informatie over deze toepassing van aspirine zie
het onderdeel 'trombose' in de sectie 'Bloed en Bloedsomloop').
Ook wordt laaggedoseerd aspirine tegenwoordig bij de (preventieve)
behandeling van
dikkedarmkanker (zie het onderdeel 'Kanker-in-Vogelvlucht' in de
sectie 'Kanker') gebruikt.
Aspirine, carbasalaatcalcium, ibuprofen en naproxen hebben in hogere doseringen
dan die gebruikelijk zijn voor pijnstilling, ook ontstekingsremmende
eigenschappen. Dat heeft als voordeel dat ze ook gebruikt kunnen worden bij
reumatische aandoeningen. Het nadeel is echter dat er dan bijwerkingen
ontstaan die sterk lijken op die van de andere NSAID’s. De
bijwerkingen zijn van dien aard dat deze middelen
alleen onder medisch toezicht mogen worden gebruikt. Het gaat dan vooral om
maag-darmproblemen; misselijkheid en maagpijn (zuurbranden) komen vaak voor.
Ook kunnen maag-darmzweren ontstaan, en soms zelfs maagperforaties en
-bloedingen, vooral bij ouderen. Niet alle middelen uit deze groep veroorzaken
evenveel bijwerkingen. Ibuprofen en naproxen
geven duidelijk minder problemen dan diclofenac, indometacine
of
piroxicam.
Bij patiënten met een verhoogd risico op
maag-darmcomplicaties - ouderen boven 60 jaar of maag-darmzweren in de
voorgeschiedenis - is aangetoond dat preventief gebruik van bepaalde
maagzuurremmers, de zogenaamde protonpompremmers,
het risico aanzienlijk verlaagt. Meestal wordt hiervoor
omeprazol (merkloos, Losec®, Losecosan®, Omecat®) gebruikt,
maar andere protonpompremmers zijn waarschijnlijk net zo effectief
(zie ook maagaandoeningen in de sectie 'Spijsvertering & Lever'). Een andere mogelijkheid is
het NSAID te combineren met misoprostol (Cytotec®).
Dit is een middel dat het maag(-darm)slijmvlies beschermt tegen de inwerking van
maagzuur. Vanwege het bijwerkingenprofiel heeft omeprazol hier de
voorkeur. Er zijn ook vaste combinaties beschikbaar: diclofenac/misoprostol
(merkloos, Arthrotec®) en naproxen/esomeprazol (Vimovo®).
Mensen met hart- en vaatziekten wordt aangeraden het
gebruik van NSAID's te vermijden, omdat in enkele grootschalige
studies is vastgesteld dat het risico op het aantal hartinfarcten en beroerten
toeneemt. Indien NSAID's toch nodig zijn bij deze risicopatiënten, dan is
naproxen wat veiliger dan ibuprofen en diclofenac het minst
veilig van deze drie.
Andere bijwerkingen van NSAID's zijn nierstoornissen
(waardoor oedeem of hoge bloeddruk kan ontstaan) en huidafwijkingen (in
de vorm van netelroos, blaasjes of roodheid) en andere overgevoeligheidsreacties
(vaak in de vorm van benauwdheid, vooral bij astmapatiënten), zie
ook overgevoeligheid
in het onderdeel 'Bijwerkingen' in de sectie 'Algemeen'. Bij
minstens 10 procent van de astma-patiënten kan een ‘aspirientje’ een aanval van benauwdheid
uitlokken.
DERMALE NSAID's
(voor op de huid)
Het gaat hier om NSAID's die via een gel voor op de
huid worden toegediend. Het heeft vrij lang geduurd voordat duidelijk werd dat
deze toedieningswijze van in principe zeer werkzame pijnstillers effectief is
bij de bestrijding van pijn van spieren, pezen en gewrichten. In enkele goed opgezette studies bleek dat
therapeutische NSAID-concentraties konden worden aangetoond in de
gewrichtsvloeistof, de spieren en de peesschede die de spieren omgeeft. Ook werd
duidelijk dat NSAID's op deze manier toegediend een redelijke
pijnreductie geven zonder de (ernstige) bijwerkingen te vertonen die bij orale
(via de mond toegediende) NSAID's gebruikelijk zijn. Dat heeft te
maken met het feit dat de maximaal te bereiken concentratie in het bloed slechts
een fractie is van een gelijkwaardige dosering orale NSAID's. In
Nederland zijn er inmiddels twee NSAID's in gelvorm verkrijgbaar:
diclofenac als gel (Voltaren Emulgel®) en ibuprofen
als gel
(Advil Gel®, Nurofen Gel®). Ze zijn beide vrij verkrijgbaar - dus
zonder recept - bij de apotheek of de drogist, maar worden niet vergoed. De
beide gels zijn geïndiceerd bij acute spier- en gewrichtspijn en bij chronische
pijn als gevolg van knie- en handartrose. Zoals gezegd zijn de bijwerkingen niet
vergelijkbaar met die van de orale middelen. Maagbescherming met een
protonpompremmer is dan ook niet nodig. Toch zijn er wat lokale
bijwerkingen mogelijk zoals het optreden van jeuk, huiduitslag en roodheid. Deze
zijn doorgaans licht en van voorbijgaande aard. De gel mag alleen op een intacte
huid worden aangebracht. Het advies is om de gel vier keer per dag aan te
brengen op de pijnlijke en gezwollen plaatsen van de knie of de hand/vingers en
zacht in de huid te wrijven. De benodigde hoeveelheid gel per keer is circa 2-4
gram. Het effect van de gel wordt gedurende de eerste week van de behandeling
geleidelijk opgebouwd. Indien de pijn en/of zwelling niet verminderen na een
week, kan overwogen worden te stoppen met de behandeling. Het is verstandig de
gel niet langer dan drie weken te gebruiken.
Behalve de twee hier genoemde NSAID's is er al veel langer een
derde stof met een lokale NSAID-achtige werking verkrijgbaar. Deze
heet benzydamine (Tantum®) en is als crème verkrijgbaar en is
geïndiceerd bij lokale, pijnlijke zwellingen ten gevolge van verstuikingen,
verrekkingen en kneuzingen. Of het ook effectief is nooit helemaal duidelijk
geworden.
COX-2-remmers
Zoals hierboven is uitgelegd, is de pijnstillende en ontstekingsremmende werking
van NSAID’s gebaseerd op een verminderde productie van
prostaglandinen. Dat is het directe gevolg van remming van het enzym
cyclo-oxygenase (afgekort: COX). Behalve bij pijn en ontsteking hebben de
prostaglandinen ook een normale ‘huishoudfunctie’; ze beschermen bijvoorbeeld
het maagslijmvlies tegen maagzuur. Doordat NSAID’s ook de vorming
van deze ‘nuttige’ prostaglandinen remmen, ontstaan bepaalde bijwerkingen, zoals
de problemen die met de maag verband houden. Eind jaren tachtig van de vorige
eeuw ontdekte men dat er twee vormen van het COX bestaan: COX-1 en COX-2. Deze
twee enzymen lijken veel op elkaar, maar er zijn ook verschillen. COX-1 komt in
vrijwel alle organen en weefsels voor en zorgt voor de vorming van die
prostaglandinen die belangrijk zijn voor het normaal functioneren van het
lichaam. COX-2 wordt pas in grote hoeveelheden geproduceerd op plaatsen waar een
ontsteking is ontstaan.
Enkele jaren geleden zijn er nieuwe NSAID’s
beschikbaar gekomen, die voornamelijk het COX-2 remmen en – in tegenstelling tot
de ‘klassieke’ NSAID’s – nauwelijks invloed hebben op het COX-1. Ze worden dan
ook (selectieve) COX-2-remmers genoemd. Omdat ze het
COX-1 ongemoeid laten, zullen ze (veel) minder maagproblemen veroorzaken dan de
klassieke NSAID’s. Bij hogere doseringen van
COX-2-remmers zal ook het COX-1 geremd worden en zullen dus ook weer meer
maagproblemen ontstaan. Vooralsnog zijn de pijnstillers celecoxib (merkloos,
Celebrex®)
en
etoricoxib (merkloos, Arcoxia®)
verkrijgbaar. Tegen de verwachting in blijken de
bijwerkingen op de nieren niet te verschillen van die van de klassieke NSAID’s. Over
de veiligheid betreffende het hart en de bloedvaten (in de hersenen) van de
COX-2-remmers is (grote) onzekerheid
gerezen doordat in september 2004 een van de eerste COX-2-remmers, rofecoxib
(Vioxx®), door de fabrikant van de markt werd gehaald wegens een
verhoogd risico op hartinfarcten en beroerten (CVA’s). Of ook bij de andere
COX-2-remmers het risico op hartinfarcten en CVA’s is verhoogd, is nog
onduidelijk.
overzicht
kleine pijnstillers, nsaid's &
cox-2-remmers |
stofnaam |
merknaam® |
toedieningsvorm: sterkte |
Kleine pijnstillers |
acetylsalicylzuur
carbasalaatcalcium
paracetamol
|
merkloos
Alka-Seltzer®
Aspirine®, Aspro®
merkloos, Ascal®
merkloos
Daro Paracetamol®
Kinderparacetamol®
Panadol®, Pinex®
Sinaspril Paracetamol®
|
bruistablet: 324
en 500 mg
(kauw)tablet: 100 en 500 mg
granulaat: 500 mg
poeder: 600 mg
(bruis)tablet: 1000 mg
granulaat: 500 mg
smelttablet: 125-500 mg
drank, stroop: 24 mg/ml
(kauw)tablet: 100-1000 mg
zetpil: 60-1000 mg |
COMBINATIEPREPARATEN KLEINE
PIJNSTILLERS |
acetylsalicylzuur/
/paracetamol/
/coffeïne
paracetamol/
/propyfenazon/
/coffeïne |
merkloos, APC
Excedrin®
Daro Hoofdpijnpoeder®
Paradon®
Sanalgin®, Saridon® |
tablet: 250/250/50 mg
poeder: 250/150/46 mg
tablet: 250/150/50 mg |
ontstekingsremmende pijnstillers: NSAID's |
aceclofenac
dexketoprofen
diclofenac
ibuprofen
indometacine
ketoprofen
meloxicam
nabumeton
naproxen
piroxicam
tiaprofeenzuur
Lokaal in de mond
(bij keelpijn)
flurbiprofen |
merkloos, Biofenac®
Stadium®
merkloos, Cataflam®
Voltaren®, Voltaren K®
merkloos, Advil®
Brufen®, Nurofen®
Sarixell®, Spidifen®
Zafen®
merkloos
Rilies®
merkloos
merkloos, Mebutan®
merkloos, Aleve®
merkloos
Surgam®
merkloos, Strepfen® |
tablet: 100 mg
tablet: 25 mg
tablet (mga*): 12½-100 mg
zetpil: 25, 50 en 100 mg
bruispoeder: 400 en 600 mg
capsule, dragee: 200-400 mg
kauwcapsule: 100 mg
suspensie: 20 mg/ml
smelttablet: 200 mg
tablet (mga*): 200-800 mg
capsule: 25-50 mg
zetpil: 50 en 100 mg
tablet: 25 mg
tablet: 7½ en 15 mg
tablet: 500 en 1000 mg
tablet: 220 - 550 mg
zetpil: 250 en 500 mg
capsule, tablet: 10 en 20 mg
tablet: 300 mg
zuigtablet: 8,75 mg
keelspray: 8,75 mg/dosis |
maagbescherming (vanwege
NSAID-gebruik) |
omeprazol
misoprostol
Vaste combinaties
diclofenac/
/misoprostol
naproxen/
/esomeprazol |
merkloos, Losec®
Losecosan®, Omecat®
Cytotec®
merkloos, Arthrotec®
Vimovo®
|
capsule: 10,
20 en 40 mg
tablet: 10, 20 en 40 mg
tablet: 0,2 mg
tablet mga*: 50/0,2
en 75/0,2 mg
tablet mga*: 500/20 mg
|
dermale
nsaid's (voor op de huid) |
diclofenac
ibuprofen
benzydamine |
Voltaren Emulgel®
Advil Gel®,
Nurofen Gel®
Tantum® |
gel: 1,16%
gel: 5%
crème: 30 mg/g |
COX-2-remmers |
celecoxib
etoricoxib |
merkloos, Celebrex®
merkloos,
Arcoxia® |
capsule: 100 en 200 mg
tablet: 30, 60, 90 en 120 mg |
mga* = met gereguleerde afgifte |
opiaten
&
opioïden
In tegenstelling tot de kleine pijnstillers en
NSAID's worden de opiaten en opioïden vooral gebruikt om zeer hevige, acute en chronische
pijnen te onderdrukken, zoals koliekpijn (door nier- of galstenen), pijn
bij een hartinfarct of na een operatie en pijn als gevolg van
kanker. We spreken van opiaten als ze afkomstig zijn uit opium
(dit is het aan de lucht gedroogde sap uit de papaverbol,
Papaver somniferum)
zoals morfine
en codeïne. Als we het over opioïden hebben,
gaat het om synthetische stoffen die dezelfde werking hebben als morfine.

De werking van opiaten of opioïden heeft niets van doen met pijnmediatoren, zoals bij de
kleine pijnstillers en de NSAID's. Ook blokkeren ze geen zenuwbanen, zoals de
lokale anaesthetica. Hun werking speelt zich voornamelijk af in het
ruggenmerg en in de hersenen. Daar bezetten ze de opiaatreceptoren, die
hiervoor al genoemd zijn. Men vermoedt dat daardoor enerzijds invloed wordt
uitgeoefend op de selectie van pijnprikkels die worden doorgelaten via het
ruggenmerg naar de hersenen, wat resulteert in een verhoging van de pijndrempel.
Anderzijds wordt de pijn als minder onaangenaam ervaren, omdat ook de psychische
verwerking van pijn in het limbische systeem van de hersenen wordt
beïnvloed. Met andere woorden: de pijntolerantie is verhoogd.

Behalve morfine
(merkloos, Kapanol®, Maracex®, Morfine FNA, Morfine Retard, MS
Contin®, Oramorph®, Sendolor®) worden ook diverse andere
sterkwerkende pijnstillers bij de
bestrijding van hevige pijnen gebruikt, zoals fentanyl (merkloos, Abstral®, Actiq®, Durogesic®,
Effentora®, Instanyl®, Pecfent®, Recivit®), hydromorfon (Palladon®), methadon (merkloos, Methadon
FNA),
oxycodon (merkloos, OxyContin®, OxyNorm®), pethidine
(merkloos), sufentanil (merkloos, Zalviso®) en tapentadol
(Palexia®).
Een belangrijke aanwinst is een pleister met
fentanyl (merkloos, Durogesic®), een zeer sterk werkend opioïd. Dit preparaat
is vooral bedoeld voor kankerpatiënten met hevige pijnen, die door chemotherapie
of bestraling zo misselijk zijn dat toediening van morfine via de mond
niet meer mogelijk is. De pleister werkt ongeveer drie dagen. Het nadeel is dat
de werking erg langzaam op gang komt. De pijnstillende werking begint pas na
6-12 uur. Om deze periode te overbruggen is het gebruikelijk dat de patiënt
tevens de beschikking heeft over een sneller werkzaam preparaat met fentanyl.
Als zuigtablet of tablet voor onder de tong is dit mogelijk: binnen 20-30
minuten is dan sprake van pijnstilling. Deze preparaten zijn verkrijgbaar onder
de namen: Abstral®, Actiq® (een soort lolly dat langs het
wangslijmvlies moet worden bewogen), Effentora® en
Recivit®. Nog
sneller werkt een neusspray met fentanyl (verkrijgbaar als Instanyl®
of Pecfent®). Binnen 12-15
minuten is de pijnstilling al bijna optimaal. Aangezien het niet ongebruikelijk
is dat er 'doorbraakpijnen' kunnen optreden bij kankerpatiënten met pijn ondanks
effectieve pijnmedicatie, is het gewenst dat de patiënt de beschikking heeft
over een dergelijk snelwerkend preparaat als noodmedicatie.
Bij onvoldoende effect van de oraal of
per pleister toegediende opiaten gaat men over op morfine (merkloos, Morfine
Injecties FNA) per injectie. Meestal moet de patiënt dan in het ziekenhuis
worden opgenomen, omdat het middel vele malen per dag moet worden geïnjecteerd.
Het alternatief dat tegenwoordig steeds vaker bij kankerpatiënten in hun laatste
levensfase wordt toegepast, is de ‘spinale pijninfusietherapie’. Het
opiaat (meestal morfine) wordt toegediend via een op het
lichaam van de patiënt aangebrachte kleine pomp en een (spinale) katheter die
rechtstreeks in de ruggenmergvloeistof ligt (zie ook
nieuwe
toedieningsvormen in het onderdeel 'Vele
vormen en gedaanten' in de sectie 'Algemeen'). Het blijkt dat deze
toedieningswijze minder bijwerkingen veroorzaakt, omdat slechts 1 à 2 procent
nodig is van de dosering die via de mond zou moeten worden toegediend. Een ander
voordeel is dat de patiënt op basis van de pijn zélf de vereiste dosis kan
instellen.

Buprenorfine (merkloos, BuTrans®, Temgesic®, Transtec®), codeïne
(merkloos) en tramadol (merkloos, Tramagetic®,
Tramal®)
behoren eveneens tot de opiaten/opioïden, maar hun werking is (veel)
minder sterk dan die van morfine. Vooral codeïne wordt nogal eens
gebruikt in vaste combinaties met paracetamol, aspirine of
carbasalaatcalcium (zie hiervoor: kleine pijnstillers
& NSAID's).
Behalve als tablet
voor onder de tong wordt buprenorfine ook als pleister op de markt gebracht onder de namen
BuTrans® en
Transtec®. Voor de behandeling van ernstige chronische pijnen is de
fentanylpleister echter veel effectiever.
overzicht opiaten &
opioïden |
stofnaam |
merknaam® |
toedieningsvorm: sterkte |
Sterkwerkende
middelen |
fentanyl
hydromorfon
methadon
morfine
oxycodon
pethidine
sufentanil
tapentadol |
merkloos, Abstral®, Actiq®
Durogesic®, Effentora®
Instanyl®, Pecfent®, Recivit®
Palladon®
merkloos, Methadon FNA
merkloos, Kapanol®
Maracex®, Morfine FNA
Morfine Retard
MS Contin®,
Oramorph®
Sendolor®
merkloos,
OxyContin®
OxyNorm®
merkloos
merkloos,
Zalviso®
Palexia® |
neusspray: 50-400 μg/dosis
pleister mga*: 12-100 μg/uur
tablet sl*: 100-800 μg
zuigtablet: 200-800 μg
capsule (mga*): 1,3-24 mg
drank: 5 mg/ml
tablet: 5, 10, 20, 40 en 50 mg
capsule mga*: 20-100 mg
drank/druppels: 1-20 mg/ml
injectievloeistof: 1-20 mg/ml
tablet (mga*): 10-200 mg
zetpil: 10, 20 en 50 mg
capsule, tablet: 5, 10 en 20 mg
drank: 10 mg/ml
smelttablet: 5, 10 en 20 mg
tablet mga*: 5-120 mg
injectievloeistof: 50 mg/ml
tablet sl*: 15 μg
tablet mga*: 50-200 mg |
Zwakwerkende
middelen |
buprenorfine
codeïne
tramadol
|
merkloos, BuTrans®
Temgesic®, Transtec®
merkloos
merkloos,
Tramagetic®
Tramal®
|
pleister mga*: 5-70 μg/uur
tablet sl*: 0,2 mg
tablet: 10, 15 en 20 mg
bruistablet, capsule: 50 mg
capsule mga*: 50-200 mg
druppelvloeistof: 100 mg/ml
tablet mga*: 100-300 mg
tablet sl*: 100 mg
zetpil: 100 mg |
mga* = met gereguleerde afgifte; sl*
= sublinguaal (voor onder de tong) |
Combinatiepreparaten
Het combineren van een bepaald type pijnstiller in een vaste verhouding met een
ander type pijnstiller heeft zowel voordelen als nadelen. Tot de voordelen
behoort zeker een meer effectieve pijnstilling omdat de pijn dan op twee
verschillende fronten wordt aangepakt. Een veel gebruikte en efficiënte
combinatie is bijvoorbeeld die van paracetamol met codeïne of
tramadol. Combinaties van bijvoorbeeld acetylsalicylzuur met
paracetamol daarentegen zijn niet erg zinvol omdat beide pijnstillers de
pijn op dezelfde manier aangrijpen. De kans op meer bijwerkingen neemt toe zonder
dat er een opvallende verbetering van de pijnstillende werking wordt bereikt.
Een ander voordeel van vaste combinatiepreparaten is vooral het gemak voor de
patiënt: het is altijd gemakkelijker om één- of tweemaal per dag één tablet of
capsule te slikken dan op verschillende tijdstippen één-, twee- of zelfs
driemaal daags twee afzonderlijke middelen. Maar de nadelen van vaste
combinaties zijn er ook wel degelijk. De belangrijkste is dat de kans op
eventuele bijwerkingen toeneemt. Toevoeging van een vaste dosis codeïne
of tramadol aan een al eerder ingestelde behandeling met paracetamol
zal de kans op duizeligheid, sufheid, misselijkheid, maar vooral obstipatie
flink doen toenemen. Insluipend doseren zoals met de afzonderlijke middelen
gebruikelijk is, is dan met de vaste combinatie niet mogelijk.
Er zijn in Nederland diverse vaste combinatiepreparaten geregistreerd die
nauwelijks rationeel te noemen zijn zoals combinaties van een pijnstiller -
acetylsalicylzuur of paracetamol - met ascorbinezuur (vitamine
C) of met coffeïne (de stimulerende stof in koffie). In onderstaand
overzicht zijn alleen de zinvolle combinatieprepaqraten opgenomen.
overzicht combinatiepreparaten pijnstillers |
stofnaam |
merknaam® |
toedieningsvorm: sterkte |
acetylsalicylzuur/
/paracetamol/
/coffeïne
paracetamol/
/codeïne
paracetamol/
/propyfenazon/
/coffeïne
paracetamol/
/tramadol |
merkloos,
APC
Excedrin®
merkloos
Paracetamol-Codeïne FNA
Daro Hoofdpijnpoeder®
Paradon®
Sanalgin®,
Saridon®
merkloos,
Zaldiar®
|
tablet:
250/250/50 mg
tablet:
500/10 - 500/50 mg
zetpil:
250/5 - 1000/60 mg
poeder:
250/150/46 mg
tablet: 250/150/50 mg
(bruis)tablet:
325/37½ mg
|
Verslavende werking
Naast pijnstilling hebben de opiaten/opioïden een groot aantal andere
effecten, waarvan sommige therapeutische betekenis hebben, maar andere (zeer)
ongewenst zijn. Het grootste probleem is de verslavende werking (zie ook
het onderdeel opiaten: heroïne, morfine & methadon' in de sectie 'Verslaving'). Behalve dat de pijn wordt onderdrukt, ervaart de
gebruiker een zeer prettige roes: neerslachtigheid en depressieve gevoelens –
die vaak samengaan met chronische pijn – verdwijnen meestal als sneeuw voor de
zon. Als het opiaat/opioïd is uitgewerkt, komt niet alleen de pijn terug,
maar ook de negatieve stemming, vaak zelfs in verhevigde mate. De neiging om het
middel opnieuw te gebruiken is dan wel groot. Intensief gebruik leidt dan ook
vrij snel tot afhankelijkheid en verslaving. Niet voor niets
vallen in Nederland alle sterk werkende opiaten/opioïden onder de
Opiumwet. Deze wet is onder meer bedoeld om een strenge controle te kunnen
uitoefenen op het medisch gebruik van deze stoffen.
Bij zorgvuldig gebruik van
opiaten/opioïden als pijnstiller – dus zonder de bedoeling er
alleen een prettige roes door te krijgen – is de verslavende werking meestal
nauwelijks een probleem. Juist de angst voor verslaving heeft er in het verleden
vaak toe geleid dat men geen opiaten/opioïden voorschreef, waardoor onnodig
veel pijn is geleden. De Opiumwet stelt het niet-medisch gebruik (dus illegaal
gebruik van bijvoorbeeld heroïne, het sterkere zusje van morfine)
strafbaar. Codeïne en tramadol
vallen niet onder de Opiumwet in zijn volle omvang, omdat niet alleen hun pijnstillende werking veel
minder is, maar ook hun verslavende werking (zie ook
opiumwet in de sectie 'Verslaving').
Methadon wordt behalve als
pijnstiller regelmatig gebruikt bij de zogenoemde heroïne-ontwenningstherapie.
Bij deze ontwenningstherapie krijgen mensen die verslaafd zijn geraakt aan
heroïne maar toch willen afkicken, dagelijks methadon toegediend in
een steeds lagere dosis. Zou men het gebruik van heroïne in één keer
staken, dan raakt het lichaam danig van slag: men wordt doodziek. Deze
ontwenningsverschijnselen zijn goed te bestrijden met methadon. Door
dagelijks de hoeveelheid methadon te verminderen, kunnen de meeste
ontwenningsverschijnselen worden voorkomen. Dat het afkicken van heroïne
met methadon erg moeilijk is, is de laatste decennia wel duidelijk geworden.
De meeste heroïne-verslaafden die op die manier probeerden af te kicken, raakten
vervolgens verslaafd aan methadon. Men spreekt tegenwoordig dan ook
liever van een methadononderhoudstherapie. Met de huidige
methadon-verstrekking aan verslaafden voorkomt men dat deze mensen ziek worden,
bijvoorbeeld omdat zij de heroïne op de zwarte markt niet meer kunnen
betalen. Zij hoeven er dan niet op uit om toch aan heroïne te komen
(‘scoren’). Dit voorkomt veel overlast voor de omgeving (diefstal, berovingen,
prostitutie enzovoort). Zie ook
afkicken
of onderhouden? in het onderdeel 'Opiaten: Heroïne,
Morfine & Methadon' in de sectie 'Verslaving'.
Andere bijwerkingen
Behalve verslaving hebben de (sterkwerkende) opiaten/opioïden nog een ander groot nadeel: ademremming.
Bij overdosering (meestal na illegaal gebruik) kan men door verstikking
overlijden. Om deze uiterst gevaarlijke bijwerking tegen te gaan, is naloxon
ontwikkeld, een zogenaamde opiaatantagonist. Als
het wordt toegediend na een overdosering met een opiaat/opioïd, verdringt
naloxon het opiaat/opioïd van de opiaatreceptoren in de hersenen.
Daardoor wordt niet alleen de pijnstillende en roesverwekkende werking
tegengegaan, maar ook de levensbedreigende ademremming. Naloxon kan
alleen per injectie rechtstreeks in een ader (intraveneus) worden
toegediend en heeft binnen enkele minuten al effect. Elke arts die wel eens
opiaten of opioïden voorschrijft en/of met opiaatverslaafden te maken heeft, heeft enkele ampullen
in zijn doktertas.
Andere bijwerkingen van opiaten/opioïden zijn die op het maag-darmkanaal:
misselijkheid (of zelfs braken) en obstipatie. De
misselijkheid ontstaat vooral in het begin van het gebruik. Na enkele dagen zijn
deze klachten meestal veel minder. De obstipatie, die bij vrijwel iedereen
ontstaat die gedurende langere tijd een opiaat/opioïd gebruikt (ook de zwakker werkende als
buprenorfine, codeïne en tramadol veroorzaken obstipatie!), is erg hinderlijk.
Door ook het laxeermiddel lactulose (merkloos,
Duphalac®, Laxeerdrank/stroop®), lactitol (Importal®)
of macrogol (merkloos, Forlax®) te gebruiken, kan de stoelgang aanzienlijk verbeteren, zie ook
laxeermiddelen in het onderdeel 'Obsipatie' in de sectie 'Spijsvertering & Lever'.
Uit recent onderzoek van Nederlandse apothekers bleek dat als patiënten geen
laxeermiddel gebruikten tijdens hun opiaat/opioïd-gebruik de kans op obstipatie
verdubbelde.
Een geheel nieuwe aanpak van de door opiaten/opioïden veroorzaakte obstipatie is
een onderhuidse injectie met methylnaltrexon (Relistor®) of nog
recenter met een tabletje naloxegol (Moventig®) of naldemedine
(Rizmoic®). Dit zijn
net als naloxon opiaatantagonisten, die in principe dus
in staat zijn het opiaat/opioïd van de opiaatreceptoren te verdringen. Maar
doordat de chemische structuur van preparaten enigszins anders is
dan die van naloxon, zijn ze uitsluitend buiten het
centrale zenuwstelsel en de hersenen werkzaam. Omdat de door opiaten veroorzaakte
obstipatie het gevolg is van de directe beïnvloeding van opiaatreceptoren in het
maag-darmkanaal, zijn zowel methylnaltrexon als naloxegol of
naldemedine in staat alléén de obstipatie te
verminderen zonder dat de pijnstillende werking van het gebruikte opiaat wordt
verminderd. Nadeel is dat methylnaltrexon per injectie moet worden toegediend,
minstens 4x per week. Niet echt handig dus bij chronisch opiaat-gebruik. Zowel
naloxegol als naldemedine zijn wat dat betreft in het voordeel:
die zijn oraal (dus via de mond) werkzaam. Een andere optie om de hinderlijke obstipatie te verminderen is het
combinatiepreparaat Targinact®, een vaste, oraal werkzame combinatie van
het opioïd oxycodon en de
opiaatantagonist naloxon.
overzicht middelen
ter
preventie
van
obstipatie
door
opiaten/opioïden |
stofnaam |
merknaam® |
toedieningsvorm: sterkte |
lactitol
lactulose
macrogol
methylnaltrexon
naldemedine
naloxegol
oxycodon/naloxon |
Importal®
merkloos, Duphalac®
Laxeerdrank/stroop®
merkloos, Forlax®
Relistor®
Rizmoic®
Moventig®
Targinact® |
drank: 667 mg/ml;
poeder: 10 g
poeder/granulaat: 6 en 12 g
stroop: 667 mg/ml
poeder voor drank: 4 en 10 g
injectievloeistof: 20 mg/ml
tablet: 200 µg
tablet: 12½ en 25 mg
tablet mga*: 5/2½-40/20 mg |
mga* = met gereguleerde afgifte |

Externe links:
https://www.thuisarts.nl
(Thuisarts.nl; Nederlands Huisartsen Genootschap)
https://www.apotheek.nl
(Apotheek.nl; KNMP)
https://www.nhg.org
(Nederlands Huisartsen Genootschap)
https://www.farmacotherapeutischkompas.nl
(Farmacotherapeutisch Kompas)
https://www.ge-bu.nl (Geneesmiddelenbulletin)
Terug |